Installatie-, Bediening- en Onderhoudinstructies
4.2 Opslag/ behoud
Pompen of pompeenheden die lang voor uiteindelijk
gebruik opgeslagen worden (max. 6 maanden)
moeten beschermd worden tegen vocht, trillingen en
vuil (bijv. door ze te verpakken in oliepapier of
plastiekvellen). Pompen moeten opgeslagen worden
in een plaats waar ze tegen weersomstandigheden
beschermd worden; bijv. onder een hoes. Tijdens
deze periode moeten alle aanzuig- en ontlaststompen
en alle andere inlaten en uitlaten met dummyflenzen
of pijpstoppen afgesloten worden.
Voor
langere
conservatiemaatregelen met vochtbescherming aan
de machinaal bewerkte oppervlaktes nodig zijn!
5. Montage/ Installatie
5.1 De eenheid monteren
De pompen van ontwerp TDB en TDV moeten stevig
met
bouten
vastgemaakt
onderstructuur (bijv. betonnen fundering, staalplaat,
stalen balk, enz.). De onderstructuur moet in staat zijn
om alle lasten die tijdens de werking veroorzaakt
worden
te
weerstaan.
onderstructuur en de plaats en afmetingen van de
inspringen voor de funderingankers kunnen op het
opstellingsplan teruggevonden worden.
De structuur moet volgens de afmetingen van het plan
ontworpen worden. De betonnen funderingen moeten
een voldoende stevigheid hebben, volgens DIN 1045
of gelijkaardige standaard (min. BN15), om een
stevige, functionele montage te verzekeren.
De betonnen fundering moet eerst worden opgesteld,
voordat de eenheid wordt opgebouwd. Het oppervlak
moet vlak en horizontaal zijn
Er moet voldoende ruimte voor onderhoud en
herstellingen gelaten worden, vooral voor het
vervangen van de aandrijfmotor of de volledige
pompeenheid. Het moet mogelijk zijn voor de
motorventilator om voldoende koele lucht aan te
zuigen, en het inlaatrooster moet zich daarom
op tenminste 10 cm van om het even welke
wand bevinden, etc.
Voor de ankerbouten moeten gepaste inspringen
voorzien worden. Als dit niet het geval is, kunnen
er betonnen expansiebouten resp. epoxy capsule
ankerbouten gebruikt worden.
De pomp moeten tijdens het plaatsen verticaal op
één lijn op de fundering gebracht worden met
behulp
van
een
drukafdichtingen of aan de aanzuigafdichtingen).
De toegestane afwijking is 0,5 mm/m. Voor
afstelling kunnen er nivelleerstukken gebruikt
worden. De nivelleerstukken moeten naast de
funderingankers ingebracht worden en moeten
vlak
liggen.
ankerschroeven gelijkmatig vast.
TDB, TDV
opslagperiodes
kunnen
worden
aan
De
afmeting
van
waterpas
(aan
Schroef
vervolgens
pagina 75
Behoud
Als de pomp langer dan 3 maanden wordt opgeslagen
(afhankelijk van het order, zie ook de kleefplaat op de
pomp):
Er werd een speciale conservatie na het werk
uitgevoerd. Het hiervoor gebruikte product moet
verwijderd worden door het systeem te spoelen voor
de eerste normale opstart.
Het op een lijn brengen moeten met grote zorg
en aandacht uitgevoerd worden, zodat de
machine zonder storingen werkt. Als u geen
een
aandacht schenk aan deze aanwijzing zult u uw
garantie verliezen!
Als er trillingen worden overgebracht naar de
de
fundering van aanpalende onderdelen, moeten ze
beschermd
trillingdempende vulsels (externe trillingen kunnen
de lager beschadigen).
Om te voorkomen dat trillingen naar aanpalende
onderdelen
fundering op een geschikte isolerende basis
gelegd worden.
De afmetingen van deze isolerende vulsels
zullen
omstandigheden, en moeten daarom door een
ervaren deskundige bepaald worden.
5.2 Het aansluiten van de leidingen naar de pomp
De pomp mag niet gebruikt worden als vast
punt voor de leidingen. De toegelaten leidinglast
mag niet overschreden worden, zie hoofdstuk
3.4.
5.2.1 Aanzuig- en afvoerpijp
De leidingen moeten van dergelijke afmetingen en
ontwerp zijn dat de vloeistof vrij in de pomp kan
stromen en dat de pomp probleemloos werkt. Er
moet in het bijzonder aandacht worden opgelet
dat de aanzuigleidingen luchtdicht zijn en dat de
de
NPSH-waarden worden nageleefd. Leg onder de
aanzuighoogte de aanzuigleiding in het horizontale
gedeelte naar de pomp zodat het lichtjes naar
omhoog helt en er geen luchtslot ontstaat.
Instaleer onder de positieve aanzuighoogte de
aanzuigleiding lichtjes aflopend naar de pomp.
de
Installeer geen fittings of elleboogpijpen voor de
zuigpijp.
Zorg bij het leggen van de buizen ervoor dat de
pomp toegankelijk is voor onderhoud en installatie
en ontmanteling.
Raadpleeg "Toegelaten krachten op flenzen".
Model TDB, TDV
worden
door
overgebracht
worden,
verschillen,
afhankelijk
voldoende
moet
de
van
de
Herziening 01
Uitgave 06/2012