Wielaanpassing; Rugleuning; Opgelet - Sunrise Medical Quickie Argon 2 Notice D'utilisation

Table des Matières

Publicité

Les langues disponibles

Les langues disponibles

Wielaanpassing

Het toepassen van wielaanpassing
Belangrijk: om de best mogelijke beweging te krijgen,
moeten de achterwielen ingesteld worden op hun
optimale positie. Daarom dienen de wielen correct
uitgelijnd te zijn.
Hiertoe meet u de afstand tussen de beide voorwielen en
achterwielen om te verzekeren dat ze parallel aan elkaar
staan.
Het verschil tussen beide metingen mag niet meer 5 mm
bedragen.
Om de wielen aan te passen zodat ze parallel staan,
draait u de schroeven los en draait u de asbus naar wens.
Controleer na aanpassingen altijd of alle schroeven
correct zijn aangedraaid (zie ook de pagina betreffende
draaikracht/torque).
Spoorinstelling Argon2
De inspoor/uitspoor op nul instellen
LET OP: een rolstoel met 0° cambercilinders kan geen in-
of uitspoor hebben. Deze instelling is alleen noodzakelijk
bij 3°, 6° en 9° cambercilinders.
De term "inspoor of uitspoor" geeft aan hoe goed de
achterwielen van de rolstoel op één lijn staan met de
grond. Dit bepaalt hoe goed de rolstoel rijdt. Wanneer de
inspoor is ingesteld op nul, is er sprake van normale
weerstand of rolweerstand.
Om de in/uitspoor op nul te zetten draait u de
inbusschroeven (1) (een aan elke zijde). Controleer de
kogel in het horizontale (2) vlak en draai de asbuis (3) tot
de kogel in het midden ligt. De inspoor is nu nul.
Controleer, voordat u de schroeven (1) aandraait, of de
asbuis is gecentreerd. De ruimte aan beide kanten moet
gelijk zijn, of er mag totaal geen ruimte zijn. Draai de
schroeven tot 7 Nm aan. (Fig. 4.21 - 4.23).
Breedte wielbasis instellen:
De achterwielbasis wordt gedefinieerd als de afstand
tussen de bovenkant van de achterwielen en de buizen
van de rugleuning wordt weergegeven door de
fabrieksinstelling (1.25 cm). Deze afstand moet worden
vergroot indien een grotere ruimte gecreëerd moet
worden tussen de banden en de optionele in hoogte
verstelbare armsteunen (Fig. 4.24).
LET OP: Wanneer de achterwielbasis wordt ingesteld,
pas dan eerst één wiel en daarna het tweede aan. Als
beide kanten tegelijkertijd worden losgedraaid, wordt de
aanpassing van de inspoor/uitspoor veranderd. Voor het
aanpassen van de achterwielbasis, bewegen de delen
van de camber (4) telescopisch in of uit de asbuis (5) en
worden op hun plaats bevestigd wanneer zij het eind
bereiken. Draai de schroef (6) (die het dichtst bij de
asbuis is bevestigd) aan de linkerkant van de rolstoel los.
Beweeg de camberbuis naar binnen of buiten om de
gewenste wielbasis te verkrijgen. Draai de schroeven tot 7
Nm aan. Herhaal dit proces aan de rechterkant van de
rolstoel en pas de ruimte aan zodat deze gelijk is aan de
ruimte aan de linkerkant.
Argon
Rev.1.0
2
Fig. 4.21
1
Fig. 4.23
3
2
BAL

Rugleuning

Rugleuning met verstelbare hoek
De hoek van de rugleuning wordt aangepast door het
veranderen van de positie van de pen in de
rugleuningmontage. De pen (1) moet volledig op zijn
plaats worden geklikt in het gatenpatroon aan beide
zijden. Dit geeft u een aanpassingshoek van 8.5°.
Druk de rode plastic pen in de ongebruikte gaten. Om een
kleiner hoekverstelling (3.5°) te krijgen, opent u de
Allenschroef (2) en plaatst de schroef in het tweede gat.
Gebruik het juiste aandraaimoment (zie matrix) om de
schroef aan te draaien (2).
Dit geeft u 12° verandering in de rughoek. Beweeg de pen
(1) vervolgens in de tegenovergestelde richting naar het
volgende gat, waarmee u 12° - 8°= 3.5° verandering krijgt.
(Fig. 4.25)
Om de speling in de rugleuning te verminderen, kan de
moer (1) worden losgedraaid, waarna de optimale positie
met de instellingsschroef kan worden ingesteld(2). Draai
daarna de moer (1) weer aan. (Fig. 4.26).

OPGELET!

De schroeven moeten vast aangedraaid worden, anders
gaat de gewijzigde instelling verloren.
Opvouwbare rugleuning
Maak de rugleuning los door aan het koord te trekken. De
rugleuning gelijktijdig naar voren te duwen om hem op te
vouwen. Om de rugleuning in zijn oorspronkelijke positie
terug te brengen, trekt u hem zo ver mogelijk naar
achteren, totdat hij aan beide zijden vergrendeld wordt.
OPGELET!
Zorg ervoor dat uw vingers niet beklemd raken bij het
naar beneden vouwen van de rugleuning.
Fig. 4.25
2
1
Fig. 4.22
Fig. 4.24
5
4
6
Fig. 4.26
1
2
59

Publicité

Table des Matières
loading

Table des Matières