ONDERHOUD
Omdat elke vervuiling tevens een voedingsbodem voor micro-orga-
nismen vormt, moet de uitrusting zorgvuldig worden schoongehou-
den.
VOOR DE CAMERA
• Reinig de camera uitsluitend met een zachte, droge doek. Hard-
nekkig vuil moet eerst met een sterk verdund afwasmiddel
worden bevochtigd, en vervolgens met een droge doek worden
weggeveegd.
• Camera en objectief moeten voor het verwijderen van vlekken
en vingerafdrukken met een schone, pluisvrije doek worden
afgeveegd. Vuil in moeilijk toegankelijke hoeken van de camera-
behuizing kan met een klein borsteltje worden verwijderd. De
sluiterlamellen mogen in geen geval worden aangeraakt.
• Alle mechanisch bewegende lagers en glijvlakken van uw camera
zijn gesmeerd. Denk daar aan als u de camera langere tijd niet
gebruikt: de camera ongeveer elke drie maanden meerdere
keren ontspannen om verharsen van de smeerpunten te vermij-
den. Het is ook aanbevolen dat u herhaaldelijk alle andere
bedieningselementen verstelt en gebruikt. Ook de afstandsin-
stelring en diafragma-instelring van de objectieven moet regel-
matig worden bewogen.
• Let op dat er geen vuil of krassen op de sensor voor de 6-bit
codering in de bajonet komen. Zorg er ook voor dat zich daar
geen zandkorrels of dergelijke deeltjes verzamelen die krassen
op de bajonet kunnen veroorzaken. Reinig dit onderdeel uitslui-
tend droog en oefen geen druk uit op het afdekglas!
VOOR DE BATTERIJEN
De oplaadbare lithium-ion batterijen genereren stroom door interne
chemische reacties. Deze reacties worden ook door de buitentem-
peratuur en luchtvochtigheid beïnvloed. Zeer hoge en lage tempe-
raturen verkorten de standtijd en levensduur van de batterijen.
• Verwijder de batterij altijd als u de camera langere tijd niet
gebruikt. Anders kan de batterij na enkele weken diep worden
ontladen; dat wil zeggen: de spanning daalt sterk, omdat de
camera, zelfs wanneer deze is uitgeschakeld, een geringe rust-
stroom verbruikt (bijvoorbeeld voor de opslag van de datum).
• Lithium-ionen batterijen moeten in gedeeltelijk opgeladen toe-
stand worden bewaard; dat wil zeggen: niet volledig ontladen,
maar ook niet volledig opgeladen (volgens de weergave op het
LCD-scherm). Bij zeer langdurige opslag moet de batterij onge-
veer tweemaal per jaar gedurende circa 15 minuten worden
opgeladen om diepe ontlading te vermijden.
• Houd de contacten van de batterijen steeds schoon en vrij
toegankelijk. Lithium-ion batterijen zijn weliswaar tegen kortslui-
ting beveiligd, maar toch mag u de contacten niet in aanraking
laten komen met metalen voorwerpen zoals paperclips of siera-
den. Een kortgesloten batterij kan zeer heet worden en ernstige
brandwonden veroorzaken.
• Als er een batterij op de grond valt, moet u daarna de behuizing
en contacten op eventuele schade controleren. Het plaatsen
van een beschadigde batterij kan de camera beschadigen.
• Als er geuren, verkleuringen, vervormingen, oververhitting of
lekkages van vloeistof optreden, moet onmiddellijk de batterij uit
de camera of oplaadapparaat worden verwijderd en moet deze
worden vervangen. Bij voortgezet gebruik van de batterij is er
anders een reëel risico voor oververhitting met brand- en/of
explosiegevaar!
NL
95