BEDIENINGSELEMENTEN
NL
HOOFDSCHAKELAAR
De camera wordt met de hoofdschakelaar in- en uitgeschakeld.
Deze bevindt zich onder de ontspanner en is als hendel met vier
klikstanden uitgevoerd:
OFF
Camera uitgeschakeld
b.
Enkele opnamestand
S
Door de ontspanner in te drukken maakt u telkens één opname,
of u hem nu ingedrukt houdt of niet. Het spannen van de sluiter
gebeurt bijzonder stil en zonder veel trillingen.
c.
Opnameserie-stand
C
Zolang u de ontspanner ingedrukt houdt en de capaciteit van de
gebruikte geheugenkaart en het interne geheugen het toelaten,
zullen er continu opnamen worden gemaakt. Eerst minstens
acht snel achter elkaar, daarna met lagere frequentie.
74
16 17
d.
Zelfontspanner
Het bedienen van de ontspanner start de ingestelde wachttijd
(zie pagina 90) waarna de opname wordt gemaakt.
Opmerking:
• De camera is vanaf circa 1 s na het inschakelen paraat.
• Wanneer de camera langere tijd niet wordt gebruikt of in een tas
wordt opgeborgen, moet deze altijd met de hoofdschakelaar
worden uitgeschakeld. Hierdoor wordt ieder stroomverbruik
voorkomen dat ook in de stand-by modus na het automatisch
uitschakelen van de belichtingsmeter en het verdwijnen van de
weergaven toch nog plaatsvindt. Onbedoelde opnamen worden
hiermee ook verhinderd.
ONTSPANNER
De ontspanner heeft twee indrukstanden:
1. Indrukken tot het eerste drukpunt
– activeert de belichtingsmeting en de zoekerweergave
– slaat in tijdautomaat de gemeten belichtingswaarde op, dat
wil zeggen: de door de camera berekende sluitertijd (meer
hierover vindt u in het hoofdstuk 'De opslag van meetwaar-
den' op pagina 84)
* Afhankelijk van de kaart-snelheid