LEICA M-OBJECTIEVEN
Als basisregel geldt: De meeste Leica M-objectieven kunnen worden
gebruikt. Bijzonderheden over de enkele uitzonderingen en beper-
kingen worden in de volgende opmerkingen toegelicht.
Het gebruik is onafhankelijk van de objectiefuitrusting: met of
zonder 6-bit codering in de bajonet. Bij objectieven met codering
gebruikt de camera de overgedragen informatie om belichting en
beeldgegevens te optimaliseren.
Ook zonder deze extra uitrusting (dat wil zeggen: bij gebruik van
Leica M-objectieven zonder code) zal de camera in de meeste
gevallen goede opnamen maken.
Belangrijk:
• Niet geschikt:
– Hologon 1:8 / 15 mm,
– Summicron 1:2 / 50 mm met dichtbij-instelling,
– Elmar 1:4/90 mm met verzinkbare tubus (productieperiode
1954-1968)
– Verscheidene exemplaren van de Summilux-M 1.4 / 35 mm
(niet asferisch, productieperiode 1961-1995, Made in
Canada) kunnen niet op de camera worden gezet, respectie-
velijk niet tot oneindig scherpstellen. De Leica Customer Care
afdeling kan deze objectieven dusdanig modifi ceren dat ze ook
op de camera kunnen worden gebruikt.
• Geschikt, maar met het risico van beschadiging van de camera
respectievelijk het objectief:
Objectieven met verzinkbare tubus kunnen uitsluitend met
uitgetrokken tubus worden gebruikt, dat wil zeggen: hun tubus
mag op de camera in geen geval worden verzonken. Dit geldt
niet voor de huidige Makro-Elmar-M 1:4/90 mm, waarvan de
tubus zelf in verzonken toestand niet in de camera steekt en
daarom onbeperkt kan worden gebruikt.
NL
71