Tijd-Instelwieltje - Leica M-D (typ 262) Notice D'utilisation

Als de ontspanner op deze indrukstand wordt gehouden, blijft de
weergave actief. Als de camera vooraf in stand-by stond, zal hij
weer worden geactiveerd en de weergave worden ingeschakeld.
Na het loslaten van de ontspanner blijven het meetsysteem en de
weergaven nog circa 30 s ingeschakeld en kunt u opnieuw een
meting uitvoeren (meer hierover vindt u in de gedeelten onder
'Belichtingsmeting' vanaf pagina 82).
Opmerking:
De ontspanner blijft geblokkeerd als
– het interne geheugen (tijdelijk) vol is, bijvoorbeeld na een serie
van ≥ 16 opnamen, of
– de geplaatste geheugenkaart en het interne geheugen (tijdelijk)
vol zijn, of
– de geplaatste geheugenkaart een schrijfbeveiliging heeft, of
– de beeldnummering van de geplaatste geheugenkaart is 'ver-
bruikt' (in een dergelijk geval de kaart na het opslaan van de
gegevens buiten de camera formatteren), of
– de batterij zijn grenzen heeft bereikt (capaciteit, temperatuur,
leeftijd), of
– het bodemdeksel niet is geplaatst.
2. Als de ontspanner helemaal wordt ingedrukt, vindt de opname
plaats. De gegevens worden daarna op de geheugenkaart opge-
slagen.
Opmerking:
De ontspanner moet, om bewegingsonscherpte te voorkomen,
voorzichtig (niet met een ruk) worden ingedrukt, totdat de sluiter
functioneert.

TIJD-INSTELWIELTJE

Met het tijd-instelwieltje worden de belichtingsmodi geselecteerd,
– tijdautomaatmodus door instelling op de rood gemarkeerde
tie (zie pagina 83),
– handmatig door het kiezen van een sluitertijd tussen
(tussenwaarden die in ½ stappen vastklikken zijn eveneens
beschikbaar), maar ook
– de met het -symbool gemarkeerde, kortst mogelijke synchroni-
satietijd ⁄ s voor de fl itsmodus (zie pagina 89), en
1
180
– B voor lange belichtingstijden (zie pagina 85).
Het tijd-instelwieltje heeft geen aanslag, het kan vanuit elke stand
in een willekeurige richting kan worden gedraaid. Het klikt bij alle
gegraveerde standen en de tussenwaarden vast. Tussenstanden
buiten de klikstanden mogen niet worden gebruikt.
Meer informatie over de instelling van de juiste belichting staat in
de hoofdstukken onder: 'Belichtingsmeting' vanaf pagina 82
NL
A -posi-
⁄ en 8 s,
1
4000
75