VEILIGHEIDSMAATREGELEN EN
NL
ONDERHOUD
ALGEMENE VOORZORGSMAATREGELEN
• Gebruik uw camera niet in de onmiddellijke nabijheid van appa-
ratuur met sterke magneetvelden en elektrostatische of elektro-
magnetische velden (zoals inductie-ovens, magnetrons, monito-
ren van tv of computer, videogame-consoles, mobiele telefoons,
zendapparatuur).
• Wanneer u de camera op een televisie plaatst, of in de onmiddel-
lijke nabijheid van een televisie gebruikt, kan het magneetveld
beeldregistraties verstoren.
• Hetzelfde geldt voor gebruik in de buurt van mobiele telefoons.
• Sterke magneetvelden, bijvoorbeeld die van luidsprekers of grote
elektromotoren kunnen de opgeslagen gegevens beschadigen,
respectievelijk de opnames verstoren.
• Gebruik de camera niet in de onmiddellijke nabijheid van radio-
zenders of hoogspanningsleidingen. Hun elektromagnetische
velden kunnen de beeldregistraties eveneens verstoren.
• Als de camera door het effect van elektromagnetische velden
niet goed functioneert, deze uitschakelen, de batterij verwijde-
ren en daarna de batterij weer plaatsen en de camera weer
inschakelen.
• Bescherm de camera tegen contact met insectenspray en
andere agressieve chemicaliën. Benzine, verdunner en alcohol
mogen ook niet voor reiniging worden gebruikt.
• Bepaalde chemicaliën en vloeistoffen kunnen de behuizing van
de camera, respectievelijk het oppervlak beschadigen.
94
• Omdat rubber en kunststof soms agressieve chemicaliën
afscheiden, mogen ze niet langere tijd met de camera in contact
blijven.
• Zorg ervoor, dat zand of stof niet in de camera kan binnendrin-
gen, bijvoorbeeld aan het strand. Zand en stof kunnen de
camera en de geheugenkaart beschadigen. Let hier vooral op bij
het vervangen van objectieven en het plaatsen en uitnemen van
de kaart.
• Zorg ervoor, dat geen water in de camera kan binnendringen,
bijvoorbeeld bij sneeuw, regen of aan het strand. Vocht kan tot
storingen leiden en zelfs onherstelbare schade aan de camera
en geheugenkaart veroorzaken.
• Zorg dat het accessoireschoenkapje steeds is aangebracht als
er geen accessoire wordt gebruikt (bijvoorbeeld een flitsappa-
raat).
• Als er spetters zout water op uw camera zijn gekomen, bevoch-
tigt u een zachte doek eerst met leidingwater, wringt deze stevig
uit en wist hiermee de camera af. Daarna met een droge doek
goed nawrijven.
SENSOR
• Hoogtestraling (bijvoorbeeld bij vluchten) kan pixeldefecten
veroorzaken.
CONDENSATIEVOCHT
• Als er zich condens op of in de camera heeft gevormd, moet u
hem uitschakelen en ongeveer 1 uur bij kamertemperatuur laten
liggen. Als kamer- en cameratemperatuur gelijk zijn, verdwijnt de
condens vanzelf.