NL
Accu opladen
LET OP!
■
Het apparaat vóór het laden uitschakelen.
•
Vóór de eerste ingebruikname de accu beslist volledig opladen om de
maximale laadcapaciteit te bereiken.
•
Wordt de accu tijdens het gebruik volledig geleegd, moet hij voor het volgen-
de gebruik weer volledig worden opgeladen.
1. Het gemonteerde oplaadstation (23) op een droge plaats in de buurt van een goed
toegankelijke contactdoos neerzetten die volgens de voorschriften is geïnstalleerd.
2. Eerst de voedingsplug van het netsnoer in de connector (22) van het oplaadstati-
on (23) steken en dan de netadapter (21) aansluiten op de contactdoos.
3. Het frame (6) in het oplaadstation (23) inhangen. Tijdens het opladen knipperen de
accucontrolelampjes (9).
4. Wanneer alle drie accucontrolelampjes (9) continu branden, is de accu volledig op-
geladen.
Gebruik
LET OP!
■
Zorg ervoor dat er op het te reinigen oppervlak geen grotere, scherpe voorwerpen
liggen.
■
Gebruik het apparaat niet wanneer het is aangesloten op de voedingseenheid.
■
Het stofreservoir na elk gebruik legen en eventueel schoonmaken (zie hoofdstuk
'Apparaat en toebehoren reinigen').
■
Schakel het apparaat na elk gereinigd oppervlak uit, daarmee wordt de bedrijfsduur
per acculading aanmerkelijk verhoogd. Na gebruik de accu opladen (zie hoofdstuk
'Accu opladen').
•
Wanneer het zuigvermogen minder wordt, het stofreservoir (12) legen en / of
de accu opladen.
•
Wanneer het apparaat is ingeschakeld of aan het oplaadstation (23) is aan-
gesloten, wordt de accustand weergegeven. Wanneer alle drie accucontrole-
lampjes (9) branden, is de accu volledig opgeladen. Hoe minder lampjes aan
zijn, hoe geringer de acculading is.
Vloerstofzuiger
Voor de werking als vloerstofzuiger moeten de accuzuiger en de turbozuigmond (7) in
het frame (6) zijn geplaatst (zie hoofdstuk 'Montage').
1. Het frame (6) met de accuzuiger uit het oplaadstation (23) nemen.
2. De turbozuigmond (7) met de voet vasthouden en het frame (6) omlaag kantelen.
Daardoor komt hij los uit de standpositie.
46