NEDERLANDS
34
Draag veiligheidshandschoenen!
Voor het uitvoeren van willekeurige werk-
zaamheden aan het apparaat de stekker
uit het stopcontact nemen.
Let erop dat andere personen zich op een
veilige afstand bevinden van de plaats
waar u werkt. Iedereen die de werkom-
geving betreedt, moet persoonlijke
beschermende uitrusting dragen.
Elektrisch gereedschap van de bescher-
mingsklasse II.
CE Symbool
Beschadigde en/of verwijderde elek-
trische of elektronische apparaten bij de
daarvoor bestemde recyclingplaatsen
afleveren
Waarschuwing Lees alle veiligheidsinstructies
en aanwijzingen. Het niet opvolgen van veiligheids-
instructies en aanwijzingen kan een elektrische schok,
brand en/of zware letsels veroorzaken.
Bewaar voor de toekomst alle veiligheidsinstruc-
ties en aanwijzingen.
Veiligheidsinstructies voor haakse
slijpers
Algemene veiligheidsinstructies voor het slijpen,
afbramen en doorslijpen:
a) Dit elektrische gereedschap is bestemd
voor gebruik als slijpmachine, schuurmachine,
borstelmachine en doorslijpmachine. Neem alle
waarschuwingen, aanwijzingen, afbeeldingen en
gegevens die u bij het elektrische gereedschap
ontvangt in acht. Als u de volgende aanwijzingen
niet in acht neemt, kunnen een elektrische schok,
brand en/of ernstig letsel het gevolg zijn.
b) Dit elektrische gereedschap is niet geschikt
voor het werken met staalborstels en om te
polijsten. Ondoelmatig gebruik van dit elektrische
gereedschap kan leiden tot gevaren en persoonlijk
letsel.
c) Gebruik uitsluitend toebehoren dat door de
fabrikant speciaal voor dit elektrische ge-
reedschap is voorzien en geadviseerd. Het feit dat
u het toebehoren aan het elektrische gereedschap
kunt bevestigen, waarborgt nog geen veilig gebruik.
d) Het toelaatbare toerental van het inzetge-
reedschap moet minstens even hoog zijn als
het maximale toerental dat op het elektrische
gereedschap is aangegeven. Toebehoren dat
sneller draait dan toegestaan, kan breken en in het
rond vliegen.
e) De buitendiameter en de dikte van het
inzetgereedschap moeten overeenkomen met de
maatgegevens van het elektrische gereedschap.
Inzetgereedschappen met onjuiste afmetingen
kunnen niet voldoende afgeschermd of gecontrole-
erd worden.
f) De schroefdraden van het toebehoren moeten
overeenstemmen met de schroefdraden van
de slijpspil. Bij toebehoren dat moet worden
aangflensd, moet de boring op de opspandoorn
in het toebehoren overeenstemmen met de dia-
meter van de centreerflens. Toebehoren dat niet
op de montagedoorn van het apparaat past, loopt
excentrisch, trilt buitengewoon sterk en kan leiden
tot controleverlies over het gereedschap.
g) Gebruik geen beschadigde inzetgereedschap-
pen. Controleer voor het gebruik altijd inzetge-
reedschappen zoals slijpschijven op afsplinte-
ringen en scheuren, steunschijven op scheuren
of sterke slijtage en draadborstels op losse of
gebroken draden. Als het elektrische gereedschap
of het inzetgereedschap valt, dient u te con-
troleren of het beschadigd is, of gebruik een
onbeschadigd inzetgereedschap. Als u het inzet-
gereedschap hebt gecontroleerd en ingezet, laat
u het elektrische gereedschap een minuut lang
met het maximale toerental lopen. Daarbij dient
u en dienen andere personen uit de buurt van
het ronddraaiende inzetgereedschap te blijven.
Beschadigde inzetgereedschappen breken meestal
gedurende deze testtijd.
h) Draag persoonlijke beschermende uitrusting.
Gebruik afhankelijk van de toepassing een volle-
dige gezichtsbescherming, oogbescherming of
veiligheidsbril. Draag voor zover van toepassing
een stofmasker, een gehoorbescherming, werk-
handschoenen of een speciaal schort dat kleine
slijp- en materiaaldeeltjes tegenhoudt. Uw ogen
moeten worden beschermd tegen wegvliegende
deeltjes die bij verschillende toepassingen ontstaan.
Een stof- of adembeschermingsmasker moet het bij
de toepassing ontstaande stof filteren. Als u lang
wordt blootgesteld aan luid lawaai, kan uw gehoor
worden beschadigd.
i) Let erop dat andere personen zich op een veili-
ge afstand bevinden van de plaats waar u werkt.
Iedereen die de werkomgeving betreedt, moet
persoonlijke beschermende uitrusting dragen.
Brokstukken van het werkstuk of gebroken inzetge-
reedschappen kunnen wegvliegen en verwondingen
veroorzaken, ook buiten de directe werkomgeving.
j) Houd het apparaat alléén aan de geïsoleerde
grijpvlakken vast, wanneer u werkzaamheden
uitvoert waarbij het snijgereedschap verborgen
stroomleidingen of de eigen apparaatkabel zou
kunnen raken. Het contact van het snijgereedschap
met een spanningvoerende leiding kan de metalen
apparaatdelen onder spanning zetten en zo tot een
elektrische schok leiden.