verbranding, vuur, explosie, elektrische schok evenals
koolmonoxidevergiftiging veroorzaken.
! GEVAAR! Een koolmonoxidevergiftiging kan dodelijk
zijn!
Koolmonoxidevergiftiging: De vroege symptomen van
een koolmonoxidevergiftiging lijken op die van een griep,
dus: hoofdpijn, duizeligheid en/of misselijkheid. Indien u
deze symptomen zou bemerken, kan dit een teken zijn dat
uw verwarmingstoestel niet juist functioneert. Ga
onmiddellijk naar buiten! Laat uw verwarmingstoestel
nakijken. De ene persoon is gevoeliger voor koolmonoxide
dan andere: bijv. zwangere vrouwen, personen met hart-
of longziektes of anemie, personen onder invloed van
alcohol en verder personen die zich op grote hoogten
bevinden. Overtuigt u zich er van dat u alle
waarschuwingsaanwijzingen gelezen en begrepen hebt.
Bewaar deze gebruiksaanwijzing goed voor later gebruik..
Het is uw wegwijzer voor een veilige en juiste bediening
van dit verwarmingstoestel.
● Gebruik uitsluitend dieselolie om brand en
explosiegevaar te vermijden. In geen geval benzine,
petroleum, verfverdunner, alcohol en overige hoog
ontvlambare stoffen gebruiken.
Brandstof:
a)
De met vullen van brandstof bezig zijnde personen
dienen geschoold te worden en met de aanwijzingen
van de producent en de toepasbare richtlijnen voor
het veilig vullen van verwarmingtoestellen volledig
vertrouwd te zijn.
b)
Als brandstof mag uitsluitend dieselolie gebruikt
worden.
c)
Elke vlam, als ook de ontstekingsvlam, dient uit te zijn
en het verwarmingstoestel moet afgekoeld zijn
voordat dit met brandstof gevuld gaat worden.
d)
Tijdens het vullen van brandstof dienen alle
brandstofleidingen en -aansluitingen op lekkage
gecontroleerd te worden. Eventuele ondichtheden
dienen vóór een nieuwe inbedrijfstelling van het
verwarmingstoestel gerepareerd te worden.
e)
Niet meer dan de dagbehoefte aan brandstof binnen
gebouwen en in de buurt van het verwarmingstoestel
opslaan. Meer omvangrijke brandstofvoorraden
buiten het gebouw opslaan.
f)
Brandstofopslag dient een minimale afstand van 7 m
tot verwarmingtoestellen, branders, lasapparaten en
dergelijke ontstekingsbronnen te hebben
(uitgezonderd hiervan de in het verwarmingstoestel
geïntegreerde brandstoftank).
g)
Zo mogelijk moet brandstofopslag op plaatsen
beperkt worden waar de bodemconstructie het
indringen van uitgelopen brandstof verhindert en
brandstof niet door lager gelegen brandbronnen
ontstoken kan worden.
h)
De brandstofopslag dient volgens de plaatselijke
officiële voorschriften plaats te vinden.
Algemeen
•
Het verwarmingstoestel nooit in de buurt van benzine,
verfverdunners of andere licht ontvlambare dampen
gebruiken.
•
Alle plaatselijke bepalingen en voorschriften voor het
gebruik van dit verwarmingstoestel opvolgen.
•
Verwarmingstoestellen, die in de buurt van
afdekmatten, tentwanden of andere
dakbedekkingstoffen worden gebruikt, dienen op een
veilige afstand tot deze materialen opgesteld worden.
De aanbevolen minimale afstand bedraagt 3,5 m.
Bovendien wordt aanbevolen dat vuurvaste
dakbedekkingstoffen worden gebruikt. De
dakbedekkingstoffen dienen veilig bevestigd te zijn
om deze tegen ontsteking te beschermen en om te
verhinderen dat deze stoffen het verwarmingstoestel
bij windstoten aanraken en doen kantelen.
•
Enkel in goed geventileerde ruimten gebruiken. Voor
de inbedrijfstelling er op letten dat per 100.000
BTU/uur verwarmingsvermogen een ventilatieopening
van tenminste 2.800 cm² naar verse buitenlucht
aanwezig is.
•
Uitsluitend op plaatsen gebruiken waar geen
ontvlambare dampen, resp. geen hoge stofinhoud
aanwezig is.
•
Slechts met de op het typeplaatje aangegeven
stroomspanning en -frequentie gebruiken.
•
Altijd een behoorlijk geaarde verlengkabel met een
driepolige stekker gebruiken.
•
Minimale afstand tot ontvlambare stoffen en
personen:
Uitlaat: 3 m
zijkanten, bovenkant en achterkant: 2 m (zie afb. D).
•
Voor het vermijden van brandgevaar dient het hete of
in gebruik zijnde verwarmingstoestel op een veilige
en vlakke ondergrond geplaatst te zijn.
•
Het verwarmingstoestel dient in waterpaspositie
verplaatst en/of opgeslagen te worden om het
morsen van brandstof te vermijden.
•
Kinderen en huisdieren bij het verwarmingstoestel op
afstand houden.
•
De stekker uit het stopcontact nemen, indien het
verwarmingstoestel niet gebruikt wordt.
•
Het verwarmingstoestel nooit in woon- of
slaapruimten gebruiken.
•
Nooit de luchtinlaat (achterkant) of de luchtuitlaat
(voorkant) van het verwarmingstoestel blokkeren.
•
Het hete, nog in gebruik zijnde of aan het stroomnet
aangesloten verwarmingstoestel nooit verplaatsen,
bedienen, met brandstof vullen of onderhouden.
•
Geen buisleidingen aan de voor- of achterkant van
het toestel monteren.
LET OP:
Gebruik uitsluitend dieselolie om brand en
explosiegevaar te vermijden.
Het gebruik als verwarmingsbron voor
evenementen en feesten, evenals voor stallingen is
absoluut verboden!
Gebruik volgens de bepalingen
De diesel gestookte heteluchtkanonnen van de GD serie
zijn uitsluitend voor het indirect verwarmen en drogen in
goed geventileerde ruimten of op droge buitenplaatsen, op
een veilige afstand van brandbare materialen alsook
personen en levende wezens te gebruiken. Let tijdens het
gebruik op een stabiele en waterpas zijnde ondergrond.
Als brandstof is uitsluitend dieselolie toegestaan.
(De GD series zijn ontwikkeld volgens de nieuwste criteria
voor veiligheid, functionaliteit en levensduur.
Veiligheidsinrichtingen garanderen de correcte functie van
het toestel, gebruiksgeluiden werden tot een minimum
gereduceerd en de zorgvuldige keuze van de gebruikte
materialen zorgt voor een uiterste betrouwbaarheid.