RŽglage air
ModiÞer en progression le proÞl Þnal de la came
3)(A) en agissant sur les vis 5).
- Pour augmenter le dŽbit d'air serrer les vis.
- Pour diminuer celui-ci, desserrer les vis.
3 - PUISSANCE EN 1ERE ALLURE
La puissance en 1•re allure doit •tre choisie dans la
plage indiquŽe page 8.
Mettre l'interrupteur 2)(A)p. 26 en position 1•re
allure: le servomoteur 1)(A) fermera le volet d'air et,
simultanŽment, fermera la vanne-papillon de gaz
jusqu'ˆ 15°, c'est ˆ dire jusqu'ˆ la valeur tarŽe en
usine.
RŽglage du gaz
Mesurer le dŽbit du gaz au compteur.
- S'il faut diminuer ce dŽbit, rŽduire lŽg•rement
l'angle du levier orange (B) par de lŽgers dŽplace-
ments successifs, c'est-ˆ-dire aller de l'angle 15°
ˆ 13° - 11°....
- S'il faut l'augmenter, passer en 2•me allure en
agissant sur l'interrupteur 2)(A)p. 26 et augmenter
lŽg•rement l'angle du levier orange par de lŽgers
dŽplacements successifs, c'est-ˆ-dire aller de
l'angle 15° ˆ 17° - 19°....
Revenir ensuite en 1•re allure et mesurer le dŽbit
du gaz.
Note
Le servomoteur suit le rŽglage du levier orange uni-
quement lorsque l'angle est rŽduit. Si l'on dŽsire
augmenter cet angle, il est nŽcessaire de passer en
2•me allure, d'augmenter l'angle et de revenir en
1•re allure pour contr™ler l'effet des rŽglages.
RŽglage de l'air
Modifier en progression le profil initial de la came
3)(A) en agissant sur les vis 4). Si possible, ne pas
serrer la premi•re vis: il s'agit de la vis qui ferme
compl•tement le volet de l'air.
4 - PUISSANCES INTERMEDIAIRES
RŽglage du gaz
Le rŽglage n'est pas nŽcessaire.
RŽglage de l'air
Eteindre le bržleur en actionnant l'interrupteur 1)(A)
p.26 et intervenir sur les vis intermŽdiaires de la
came pour que l'inclinaison de celle-ci soit progres-
sive. Faire attention de ne pas dŽplacer les vis aux
extrŽmitŽs de la came, celles-ci ont ŽtŽ rŽglŽes au
prŽalable pour l'ouverture du volet en 1•re et 2•me
allure.
Note
D•s que le rŽglage des puissances 2EME ALLURE
- 1ERE ALLURE - INTERMEDIAIRES est terminŽ,
contr™ler l'allumage. Celui-ci doit produire un son
identique au son du fonctionnement qui s'ensuit. En
cas de saccades, rŽduire le dŽbit ˆ l'allumage.
Afstelling van de lucht
Varieer progressief het eindprofiel van de nok 3)(A)
door middel van de schroeven 5).
- Om het luchtdebiet te verhogen de schroeven
aandraaien.
- Om het luchtdebiet te verlagen de schroeven los-
draaien.
3 - VERMOGEN IN DE 1° VLAMGANG
Het vermogen in de 1° vlamgang moet worden
gekozen binnen het werkingsveld aangegeven op
blz. 8.
Zet de schakelaar 2)(A)p. 26 op de positie 1° vlam-
gang: de servomotor 1)(A) zal de luchtklep en, tege-
lijkertijd, ook de gassmoorklep sluiten tot aan 15°,
dat wil zeggen, tot aan de fabrieksafstelling.
Afstelling van het gas
Meet het gasdebiet op de gasmeter.
- Wanneer hij verlaagd moet worden, de hoek van
de oranje hendel (B) een beetje verkleinen met
kleine opeenvolgende verplaatsingen, dat wil
zeggen van hoek 15° naar 13° , 11°....
- Als hij verhoogd moet worden, overgaan naar de
2° vlamgang door middel van de schakelaar
2)(A)p.26 en de hoek van de oranje hendel een
beetje vergroten met kleine opeenvolgende ver-
plaatsingen, dat wil zeggen van hoek 15° naar
17° - 19°....
Keer vervolgens terug naar de 1° vlamgang en
meet het gasdebiet.
N.B.
De servomotor volgt de afstelling van de oranje hen-
del alleen wanneer men de hoek verkleint. Als de
hoek daarentegen vergroot moet worden, is het
noodzakelijk naar de 2° vlamgang te gaan, de hoek
te vergroten en terug te keren naar de 1° vlamgang
om het effect van de afstelling te controleren.
Afstelling van de lucht
Varieer progressief het beginprofiel van de nok 3)(A)
door middel van de schroeven 4).
Zo mogelijk de eerste schroef niet draaien: deze
schroef moet zorgen voor de complete sluiting van
de luchtklep.
4 - TUSSENLIGGENDE VERMOGENS
Afstelling van het gas
Er zijn geen afstellingen nodig.
Afstelling van de lucht
Zet de brander uit met behulp van de schakelaar
1)(A)p.26, en draai aan de middelste schroeven van
de nok zodat de helling van de nok zelf progressief is.
Let erop dat de schroeven van de uiteinden van de
nok niet worden verplaatst voor de opening van de
klep in de 1° en 2° vlamgang.
N.B.
Na het afstellen van de vermogens 2° - 1° vlamgang
- en tussenliggende, de ontsteking opnieuw contro-
leren: deze dient een geluidsniveau te hebben dat
gelijk is aan die van de volgende werking. Als er
schokken optreden, dan het debiet bij de ontsteking
verlagen.
29