4. Onderhoud
4.1 Olie vervangen
Zorg dat er bij het vervangen van de olie of na een onderhoudsbeurt
geen lucht in het hydraulische systeem zit. Dit moet gecontroleerd
worden voordat de injector onder druk wordt gezet. Gebruik alleen
zuivere, aanbevolen hydraulische olie. Meng geen vloeistoffen of oliën
van verschillende merken
4.2 Zuiverheid en lekkage van olie
Vuil en metaaldeeltjes in de olie kunnen slijtage van de
contactvlakken van de zuiger veroorzaken wat kan leiden tot
overmatige olielekkage en onherstelbare schade aan de olie-injector.
De olie moet voldoen aan de aanbevolen zuiverheidsgraad of beter
ISO 4406:1999 20/18/15.
Het gebruik van andere vloeistoffen dan olie of montage- en
demontagevloeistoffen van SKF kan corrosie en/of schade aan de
contactvlakken van de zuiger veroorzaken.
Een weinig olielekkage tussen de contactvlakken van de zuiger is bij
hoge oliedrukken normaal. Deze beperkte lekkage zorgt voor smering
van de zuiger.
4.3 Reserveonderdelen
Aanduiding
226400 E–1
226400 E–2
226400 E–3
920100 B
920100 B–1
108 NL
K
L
Beschrijving
Ventielschroef (A, B)
Nippel oliefilter (D)
Reparatieset (C + E – J)
Oliereservoir (K)
O-ring reservoir (L)
D
H
J
G
A
B
C
F
E