12. Vernieuwen van de zender-/ontvangerbinding
Opdat bij 2,4 GHz-afstandsbedieningen een storingsvrije signaaloverdracht kan plaatsvinden, moeten zender en ont-
vanger digitaal gelijk zijn gecodeerd. De afstemming van de digitale codering (verbinding tussen zender en ontvanger)
gebeurt met behulp van de binding-functie.
Zender en ontvanger zijn in regel al in de fabriek op elkaar afgestemd of met elkaar verbonden en kunnen meteen
gebruikt worden.
Hernieuwde binding is alleen nodig na vervanging van een ontvanger of zender of voor het opheffen van storingen.
Omdat elke fabrikant verschillende coderings- en decoderingsmethoden gebruiken, kunnen zender en ontvanger niet
met producten van andere fabrikanten worden gecombineerd en gebruikt.
Binding opnieuw tot stand brengen:
1. Druk bij uitgeschakelde zender boven op de linker stuurknuppel (1) tot u een klik hoort of voelt en houd hem dan
in deze positie vast.
2. Schakel de zender met een ingedrukte stuurknuppel in (2) en laat de stuurknuppel daarna los. De zender gaat
in de bindingsmodus en geeft gedurende ca. 20 seconden elke seconde een signaal weer. Tegelijk knippert het
bedrijfscontrolelampje op de zender (3).
3. Sluit de vliegaccu gedurende de 20 seconden durende bindingsfase van de zender aan het model aan (zie vorig
hoofdstuk).
Tijdens het pairen licht de LED op het model op. Na afloop van de 20 seconden is de bindingsfase afgesloten en
gaan de zender en het model in de normale bedrijfstoestand over.
4. Controleer de correcte werking van de afstandsbediening en het modelvliegtuig.
Afbeelding 5
93