d) Richtingsroerfunctie
Wanneer de stuurknuppel voor de richtingsroerfunctie (zie figuur 13) naar links wordt bewogen, moet het richtingsroer
naar links uitslaan. De achterzijde van het roer moet daarbij ca. 2 - 3 mm naar links worden afgesteld. Tijdens het
vliegen wordt daardoor het rechts naar beneden gedrukt en het model vliegt in een bocht naar links.
Wanneer de stuurknuppel voor de richtingsroerfunctie (zie figuur 14) naar rechts wordt bewogen, moet het richtings-
roer naar rechts uitslaan. De achterzijde van het roer moet daarbij ca. 2 - 3 mm naar rechts worden afgesteld. Tijdens
het vliegen wordt daardoor het daardoor naar links gedrukt en het model vliegt in een bocht naar rechts.
Afbeelding 13
Afbeelding 14
99