2.5.2 Aanvullende aanwijzingen voor HM/PM/SPM
modellen:
Aandacht!
-
Start de motor niet wanneer er benzine is gemorst. Reinig
de machine zorgvuldig en breng ze buiten de zone waar er
is gemorst. Vermijd ontsteking, tot de benzinedampen zijn
opgelost.
-
Om brandgevaar te verminderen, moet u de motor, de
knalpot en de zone waar de benzine wordt opgeslagen vrij
houden van gras, bladeren of teveel vet.
Aandacht!
-
Wanneer u heeft bijgetankt, moet u controleren of de dop
van het benzinereservoir correct sluit.
-
U mag uw grasmaaier nooit starten in een gesloten ruimte
of als u zich voor de uitlaat bevindt. De verbranding in de
motor zorgt voor uitstoot van koolstofmonoxide: dit is een
giftig, kleurloos en geurloos gas.
Aandacht!
Een defecte uitlaat moet u vervangen.
Bij alle modellen met benzinemotor is de geluidsdruk
op het oor van de gebruiker hoger dan 80 dBA: het is
daarom aanbevolen om een bescherming voor het
gehoor (koptelefoon of oordopjes) te dragen.
2.5.3 Aanvullende aanwijzingen voor BM-modellen:
Aandacht!
-
De machine nooit starten als het regent of in een vochtige
omgeving.
-
Wanneer u de machine uitschakelt, moet u ook altijd de
accu verwijderen voordat u een handeling gaat verrichten.
Opmerking: Het model BM46-82V is eveneens uitgerust met
een veiligheidssleutel die zich in het accucompartiment bevindt
(afb.1_W). Zonder deze sleutel kan de machine niet worden
gestart. Verwijder ook altijd de sleutel als u de machine
onbewaakt laat, wanneer de machine wegens problemen
stilvalt of voor alle types onderhoud.
2.5.4 Aanvullende aanwijzingen voor EM-model:
Aandacht!
-
Let
op
dat
de
overeenstemming zijn met de aanwijzingen op het
identificatieplaatje.
-
Sluit
de
machine
differentiaalschakelaar FI met een differentiaalstroomlosser
≤ 30 mA.
-
Vermijd fysiek contact met voorwerpen die in de grond
zitten (bijvoorbeeld metalen omheiningen, palen, enz.)
-
Gebruik uitsluitend goedgekeurde voedingskabels van het
type H05VV-F of H05RN-F van maximum 75 m lang en
geschikt voor buitengebruik. De doorsnede moet minstens
5
netspanning
en
-frequentie
aan
op
een
stopcontact
1,5 mm² zijn. Rol de kabel volledig af vóór het gebruik en
controleer of de isolatie van de kabel onbeschadigd is.
-
Gebruik uitsluitend de trekontlasting die op de machine is
voorzien.
-
Houd de voedingskabel ver uit de buurt van het
maaigereedschap en leg die op een manier zodat u er niet
achter kunt blijven haken. De voedingskabel moet achter de
persoon blijven die de machine bedient.
-
De stekker niet uit het stopcontact halen door aan de kabel
te trekken. Houd de kabel uit de buurt van olie en scherpe
voorwerpen.
-
Haal de stekker uit het stopcontact wanneer u schade aan
de machine of aan de voedingskabel opmerkt. Wanneer de
voedingskabels beschadigd zijn, moeten ze worden
vervangen en niet worden "opgelapt".
-
De machine nooit starten als het regent of in een vochtige
omgeving.
-
Ontkoppel de voedingskabel altijd wanneer u de machine
uitzet.
3 UIT DE VERPAKKING HALEN
Uw Grin wordt reeds geassembleerd in een grote doos
geleverd. De stuurstang staat in de stand om ruimte te
besparen en is ingeklapt. De hendel om de maaihoogte in te
stellen staat in de transportstand.
1. Open de kartonnen doos bovenaan. (afb.2)
2. Vraag iemand om u te helpen om de grasmaaier uit de
doos te halen en zet de machine op een vlak, stabiel
oppervlak neer.
3. Verwijder de nieten ook uit het achterste deel van de
kartonnen doos, klap de doos in en bewaar deze op een
droge plaats. U kunt de doos opnieuw gebruiken wanneer
u uw Grin grasmaaier moet vervoeren of voor een controle
naar de werkplaats moet opsturen.
4. Klap de stuurstang uit (afb.1_B) en borg deze met behulp
van het verstelmechanisme (afb.1_C). Let op dat u de
flexibele kabels tijdens het optillen niet vastknelt.
N.B:
Wanneer de stuurstang geborgd wordt, moet met het
verstelmechanisme goed uitgelijnd worden (afb.1_D) ofwel
schuin naar de gebruiker toe om een lagere grippositie te
verkrijgen. Dit is om de vereiste minimale afstand van 450
mm tussen het uiteinde van de handgrepen en de
maaiomtrek van het mes te respecteren.
Milieubescherming!
De verpakkingsmaterialen nooit in het milieu
dumpen.
verwijderd volgens de normen en wetten inzake
verwijdering en recyclage van afvalstoffen.
in
met
Alle
materialen
moeten
Vertaling
worden