Trimmen; Flipfunctie - Reely Nano Notice D'emploi

c) Trimmen
Let op!
In een geactiveerde trimmodus is het model niet meer door de beide stuurhendels stuurbaar. Voer daarom
alleen een trimming uit wanneer er voldoende plaats en voldoende vlieghoogte is. Bij het niet in acht
nemen bestaat er gevaar voor materiële schade aan het model of aan andere voorwerpen in de buurt en
verwondingsgevaar voor de aanwezige personen/dieren door contact of neerstorten! Anders kunt u de
trimming ook op de bodem bij uitgeschakelde motoren uitvoeren (aanbevolen).
In de loop van het vliegen kan het gebeuren dat de quadrocopter niet meer op dezelfde plaats zweeft, maar in een
bepaalde richting (bv. naar voor) wegdrijft. In dit geval moet het model via trimming opnieuw in de toestand worden
gebracht dat de quadrocopter ter plaatse zweeft.
Om het model te trimmen, drukt u op de knop "Trimming" (zie afbeelding 3, pos. 7). Druk slechts kort op deze knop tot
een dubbel geluidssignaal weerklinkt en de LED van de functiecontrole (zie afbeelding 3, pos. 2) knippert. Het model
bevindt zich in de trimmodus zolang de LED op de zender en bij het activeren van de rechter stuurhendel, de LED's
van de quadrocopter knipperen.
Druk nu voor de drijfrichting (bv. quadrocopter drijft naar voor = rechter stuurhendel voor de stuurfunctie nick) de aan-
gewezen stuurhendel in de tegenovergestelde richting. In het huidige voorbeeld (quadrocopter drijft naar voor) trekt u
de rechter stuurhendel trapsgewijs naar achter tot de quadrocopter niet meer drijft. De LED's van de quadrocopter (in
het beschreven geval de achterste LED's) knipperen wanneer u deze trimming uitvoert. Stuurt u naar voor, dan zullen
de voorste LED's knipperen. Stuurt u naar links of rechts, zullen de LED's links of rechts knipperen.
Druk de stuurhendel in tot u een stabiele vliegtoestand bereikt. Druk dan opnieuw op de knop voor de trimming om de
trimmodus te verlaten. Wanneer u de trimmodus verlaat, wordt dit door een geluidssignaal bevestigd. De LED op de
zender en de LED van de quadrocopter lichten nu opnieuw continu op.
d) Flipfunctie
Het model kan met een druk op de knop een flip (360° draaien) uitvoeren. Breng hiervoor de quadrocopter in een
stabiele zweefvlucht op minstens 1,5 meter vlieghoogte (op voldoende afstand van de piloot en hindernissen, min.
2 meter). Druk nu op de rechter stuurhendel (afbeelding 3, pos. 5) kort verticaal naar beneden. De zender zal ter
controle dat u nu de flipmodus hebt gekozen, in een constant ritme een controletoon weergeven. De controletoon blijft
geactiveerd tot de flip uitgevoerd is.
Zet de rechter stuurhendel in de richting waarin de flip moet worden uitgevoerd. Als u de rechter hendel helemaal naar
voor drukt, zal de quadrocopter naar voor overslaan. Als u de rechter stuurhendel naar rechts drukt, zal de quadro-
copter naar rechts overslaan. Nadat u de fliprichting op de zender hebt aangegeven, brengt u de rechter stuurhendel
opnieuw voorzichtig in de neutrale stand.
Let op!
De flipfunctie mag uitsluitend worden uitgevoerd, wanneer het model zich in een grote hall of in de open
lucht bij windstilte bevindt en dat het zich voor het indrukken van de overeenkomstige bedienknop op de
zender in een stabiele vliegtoestand (zweefvlucht) bevindt, de vlieghoogte niet hoger is dan 1,5 meter en
de quadrocopter zich op een afstand van minstens 2 meter ten opzichte van hindernissen en personen
bevindt. Bij het niet in acht nemen bestaat er gevaar voor materiële schade aan het model of aan andere
voorwerpen in de buurt en verwondingsgevaar voor de aanwezige personen/dieren door contact of neer-
storten!
115