a) Vluchtbesturing
• De linker joystick (6) bestuurt het stijgen/dalen en het in beide richtingen om zichzelf draaien (gieren).
• De rechter joystick (13) bestuurt de beweging vooruit/achteruit en in beide zijdelingse richtingen (rollen). Zie figuur 3.
b) Snelheid selecteren
• De quadrocopter heeft 3 snelheden en een supersnelle/acrobatische modus:
• Druk op de snelheidsknop (1) om tussen de verschillende snelheden om te schakelen.
- Een pieptoon: langzaam
- Twee pieptonen: middelmatig
- Drie pieptonen: snel
- Continu pieptoon: supersnel/acrobatisch
c) Trimmen/kalibreren
Om ervoor te zorgen dat uw quadrocopter recht vliegt, dient u het toestel te kalibreren (ofwel te "trimmen"). Dit kan
zowel handmatig als automatisch worden gedaan.
Handmatig trimmen
Handmatig trimmen kalibreert de bewegingen van de quadrocopter dusdanig, dat deze zowel tijdens het opstijgen als
het vliegen stabiel blijft. Zie figuur 4.
• Trimtoetsen A (7): Deze toetsen corrigeren het onwillekeurig draaien van de quadrocopter om zichzelf. Druk op de
toets A in de tegenovergestelde richting van die waarin de quadrocopter draait, totdat deze daarmee stopt.
74
Figuur 3