Montagehandleiding uitsluitend voor vakpersoneel
5.7. Kachelvoeler F1 aansluiten
1. Steek de kachelvoelerkabels door de kabeldoorvoering
bereik voor extra lage spanning
2. Sluit de rode kachelvoelerkabels aan op de klemmen met het opschrift „STB"
in het klemmenbord
3. Sluit de witte kachelvoelerkabels aan op de klemmen met het opschrift „F1"
in het klemmenbord
5.8. Bankvoeler F2 aansluiten
1. Steek de bankvoelerkabels door de kabeldoorvoering
reik voor extra lage spanning
2. Sluit de kachelvoelerkabels aan op de klemmen met het opschrift „F2" in
het klemmenbord
5.9. Folievoeler (optioneel) aansluiten
1. Steek de voelerkabels door de kabeldoorvoering
voor laagspanning
2. Sluit de voelerkabels aan op de klemmen met het opschrift „FF" in het klem-
menbord
2
5.10. Statusuitgang
Aan de klem voor de statusuitgang kan elke verbruiker worden aangesloten die
geschikt is voor een spanning van 24 Volt gelijkstroom en niet meer dan 200 mA
stroom verbruikt.
Let bij de aansluiting op de juiste polen. Bij het gebruik van leds moet een ge-
schikte voorschakelweerstand worden gebruikt.
5.11. Installatie afsluiten
1. Sluit de aardleiding van de stroomtoevoerleiding en van alle apparaten op
de aardingsrail
2. Plaats het deksel van de behuizing op de bovenste rand van de aansluitbox.
3. Druk de springsloten licht naar binnen en draai het deksel van de behuizing
naar beneden tot deze hoorbaar vastklikt.
.
2
.
2
.
2
.
1
.
aan.
h
.
1
.
1
pag. 20/40
in het aansluit-
6
in het aansluitbe-
5
in het aansluitbereik
5