Gebruiksaanwijzing voor de gebruiker
pag. 29/40
9.5. Weergave vermogensniveaus
Als de dimfunctie voor het desbetreffende apparaat is geactiveerd (zie 8. Inbe-
drijfstelling), kunt u het vermogen van het licht en de ventilator van vermogens-
niveau 1 tot vermogensniveau 8 instellen. Het vermogen van het extra apparaat
kan van vermogensniveau 1 tot vermogensniveau 7 worden ingesteld.
Het geselecteerde vermogensniveau wordt door het aantal brandende leds in
het display van de vermogensniveaus
weergegeven.
3
Het vermogensniveau 1 heeft het kleinste vermogen en wordt weergegeven
door één brandende led in het display van de vermogensniveaus
.
3
Het vermogensniveau 7 resp. 8 komt overeen met het volledige vermogen en
wordt weergegeven door branden van 7 resp. 8 leds in de vermogensniveau-
weergave
.
3
Daarnaast wordt display van de vermogensniveaus
gebruikt voor foutmel-
3
ding. Het aantal leds dat bij een fout knippert in het display van de vermogens-
niveaus
, komt overeen met het foutnummer.
3
NL