Programmeren Van De Timer; Reiniging, Onderhoud En Opslag - Enviracaire HCL-1260RE Mode D'emploi

Slaapmodus
In de slaapmodus koelt of ontvochtigt het airconditioningstoestel het
vertrek tot de gewenste temperatuur. Wanneer de gekozen tempera-
tuur bereikt is, schakelt de thermostaat het airconditioningstoestel
automatisch uit. Na ca. 1 uur verhoogt het airconditioningstoestel
automatisch de gekozen temperatuur met 1 °C. Dit spaart
energiekosten zonder van het comfort te moeten afzien.
1. Steek de stekker in het stopcontact. Het standby-indicatielampje
(17) gaat branden. Leg de uitlaatslang voor de modus KOELEN
naar buiten. Voor de modus ONTVOCHTIGEN verwijdert u de
uitlaatslang van het airconditioningstoestel.
2. Druk de bedrijfsmodustoets (22) op KOELEN of ONTVOCHTIGEN.
Op het display verschijnt het betreffende symbool.
3. Druk de bedrijfsschakelaar (26) om het airconditioningstoestel in
bedrijf te stellen.
4. Druk de temperatuurtoetsen „TEMP" (35) om de gewenste
temperatuur tussen 16 °C en 30 °C in te stellen. De gekozen
temperatuur wordt op het display (21) getoond.
5. Druk de ventilatorsnelheidstoets (23) om de gewenste snelheid in
te stellen.
6. Druk de slaapmodustoets „SLEEP" (33). Op het display verschijnt
het betreffende symbool. Druk deze toets opnieuw om de
slaapmodus op te heffen.
Verstellen van het luchtuitlaatrooster
Neem met beide handen een lamel van het luchtuitlaatrooster (3) aan
de buitenkanten vast en plaats het luchtuitlaatrooster (3) in de
gewenste luchtstroompositie (afb. 6).

PROGRAMMEREN VAN DE TIMER

Tijdstip uitschakelen
1. Druk de bedrijfsschakelaar (26) om het airconditioningstoestel in
bedrijf te stellen.
2. Druk de TIMER-toets (28) totdat het OFF-symbool knippert.
3. Druk de tijdtoetsen HOUR ( 30) „+" of „-„, totdat u de gewenste
tijd heeft ingesteld.
4. Druk nogmaals de SET-toets (31) om de timer te activeren.
Tijdstip inschakelen
1. Druk de bedrijfsschakelaar (26) om het airconditioningstoestel uit
te schakelen.
2. Druk de TIMER-toets (28) totdat het ON-symbool knippert.
3. Druk de tijdtoetsen HOUR ( 30) „+" of „-„, totdat u de gewenste
tijd heeft ingesteld.
4. Druk nogmaals de SET-toets ( 31) om de timer te activeren.
Programmeren van de tijdstippen in- en uitschakelen
1. Druk de bedrijfsschakelaar (26) om het airconditioningstoestel uit
te schakelen.
2. Druk de TIMER-toets (28) totdat het ON-symbool knippert.
3. Druk de tijdtoetsen HOUR ( 30) „+" of „-„, totdat u de gewenste
tijd heeft ingesteld.
4. Druk nogmaals de TIMER-toets (28) totdat het OFF-symbool
knippert.
5. Druk de tijdtoetsen HOUR (30) „+" of „-„, totdat u de gewenste
tijd heeft ingesteld.
6. Druk nogmaals SET-toets (31) om de timer te activeren.
NEDERLANDS
Programmeren van de tijdstippen uit- en inschakelen
1. Druk de bedrijfsschakelaar (26) om het airconditioningstoestel in
bedrijf te stellen.
2. Druk de TIMER-toets (28) totdat het OFF-symbool knippert.
3. Druk de tijdtoetsen HOUR ( 30) „+" of „-„, totdat u de gewenste
tijd heeft ingesteld.
4. Druk nogmaals de TIMER-toets (28) totdat het ON-symbool
knippert.
5. Druk de tijdtoetsen HOUR (30) „+" of „-„, totdat u de gewenste
tijd heeft ingesteld.
6. Druk nogmaals SET-toets (31) om de timer te activeren.
Functie van de SET-toets (31)
Wanneer de SET-toets niet binnen 15 seconden na de laatste input
gedrukt wordt, wordt de timer-programmering gewist en de laatste
voorafgaande programmering wordt in het geheugen opgeslagen.
U moet de programmering opnieuw uitvoeren.
Wissen van de timer-programmering
Om de timer-programmeringen te wissen, drukt u de CLEAR-toets (29).
GEBRUIKSAANWIJZING ZONDER
AFSTANDSBEDIENING
Wanneer de afstandsbediening niet functioneert of storingen vertoont,
gaat u volgens de volgende aanwijzingen te werk.
1. Wanneer het airconditioningstoestel uitgeschakeld is, drukt u de
bedrijfsschakelaar (19) op het besturingspaneel (2) van het
airconditioningstoestel. Het airconditioningstoestel werkt nu in de
bedrijfsmodus, die vóór het uitschakelen geprogrammeerd werd.
2. Wanneer het airconditioningstoestel ingeschakeld is, drukt u de
bedrijfsschakelaar (19) op het besturingspaneel (2) van het
airconditioningstoestel om het airconditioningstoestel uit te schakelen.
3. Na een stroomuitval hervat het airconditioningstoestel automa-
tisch het bedrijf, en wel met een vertraging van 3 minuten nadat
de stroomtoevoer weer hersteld is.

REINIGING, ONDERHOUD EN OPSLAG

Wij raden u aan om het airconditioningstoestel vaak te reinigen.
Om het functioneren van het airconditioningstoestel niet nadelig te
beïnvloeden, dient u de instructies voor reiniging, onderhoud en
opslag in acht te nemen.
Wekelijkse reiniging
1.
Voordat u met de reiniging begint moet u de bedrijfstoets (26) op
UIT drukken en de stekker uit de contactdoos trekken.
2. Om de luchtfilter (5) te reinigen moet u het luchtinlaatrooster (4)
openen en de luchtfilter uit zijn houder nemen (Afb. 8). Reinig de
luchtfilter voorzichtig met de borstel van uw stofzuiger. In geval
van een aanzienlijke vervuiling moet u de luchtfilter voorzichtig in
warm water (ongeveer 40°C) reinigen, en dit met een normaal in
de handel verkrijgbaar spoelmiddel. Spoel de luchtfilter
zorgvuldig uit en laat hem volledig drogen. Niet in de zon laten
drogen.
3. Plaats de luchtfilter (5) opnieuw in zijn houder en sluit het
luchtinlaatrooster (4).
4. Reinig alle buitendelen van de airconditioning en van de
afstandsbediening met een vochtige, zachte doek. Gebruik geen
benzine, verdunningsmiddelen of andere chemische producten
om het toestel te reinigen.
5. Neem de airconditioning opnieuw in bedrijf zoals onder
„Bedrijfshandleiding" beschreven.
Onderhoud en bewaring
1. Wanneer u de airconditioning langere tijd (een week of langer)
niet wilt gebruiken dan moet u de airconditioning reinigen zoals
onder „Wekelijkse reiniging" beschreven.
2. Maak het waterreservoir van het binnendeel volledig leeg en
evacueer het water uit het buitendeel zoals beschreven onder
„Verandering van standplaats /evacuatie van water/controle-
lamp waterreservoir".
23