gang "PHONES" (37) geschakeld.
Opmerking: Indien u bijkomend op de toets
"AUX" (35) drukt, hoort u niet langer het sig-
naal van het geluidsopnametoestel, maar het
uitgangssignaal van het uitgangskanaal "AUX
SEND".
rechter toets
ingedrukt:
Het signaal wordt naar het masterkanaal
"MAIN" geschakeld.
35 Routing-toets "AUX" voor het uitgangssignaal
van het uitgangskanaal "AUX SEND":
Bij ingedrukte toets wordt het signaal naar de
monitoruitgang "CTRL ROOM" (19) en de hoofd-
telefoonuitgang "PHONES" (37) geschakeld.
36 Niveauregelaar voor de hoofdtelefoonuitgang
"PHONES" (38) en de monitoruitgang "CTRL
ROOM" (19)
37 6,3 mm-jack voor de aansluiting van een stereo-
hoofdtelefoon (impedantie ≥ 8 Ω); via de hoofd-
telefoon kunnen dezelfde signalen worden be-
luisterd als via de uitgang "CTRL ROOM" (19) –
zie hiervoor de beschrijving van deze uitgang in
pos. 19
2 Veiligheidsvoorschriften
Het mengpaneel en de meegeleverde netadapter
zijn in overeenstemming met de richtlijn 89/336/
EEG voor elektromagnetische compatibiliteit. De
netadapter is bovendien in overeenstemming met
EU-Richtlijn 73/23/EEG voor toestellen op laag-
spanning.
Opgelet!
De netspanning (230 V~) van de netadapter is
levensgevaarlijk. Open het toestel niet, want door
onzorgvuldige ingrepen loopt u het risico op elektri-
sche schokken. Bovendien vervalt elke garantie bij
het eigenhandig openen van de netadapter.
Let eveneens op het volgende:
2) Op de ingangen (3) van de stereokanalen 5/6 en
7/8 kan u stereoapparatuur met lijnniveau zoals
synthesizer, keyboard, drumcomputer aanslui-
ten: Jack "L" = linker kanaal, jack "R" = rechter
kanaal.
U kan ook monoapparatuur aansluiten op de
stereokanalen 5/6 en 7/8. Gebruik in dit geval
enkel de bovenste jack "L". Het ingangssignaal
wordt dan intern naar het rechter en linker kanaal
geschakeld.
3) Ook de stereo-ingangen "AUX RETURN" en
"AUX INPUT" (23) kunnen eventueel voor de
aansluiting van een lijngeluidsbron worden ge-
bruikt (gebruik bij aansluiting van een monoappa-
raat enkel de bovenste jack "L"). Het is in dit
geval evenwel niet mogelijk om het niveau en de
klank via het mengpaneel te regelen.
5.2 Effectenapparaat
Er zijn twee manieren om een effectenapparaat
zoals een galmapparaat, noise-gate, compressor
aan te sluiten:
1. via de insert-jacks (2) van de monokanalen 1 – 4
(hoofdstuk 5.2.1)
2. door het effectenkanaal "FX SEND" van het
mengpaneel te gebruiken (hoofdstuk 5.2.2)
Opmerking: Door het mengpaneel intern te mo-
dificeren, kan u ook het uitgangs-
kanaal "AUX SEND" als bijkomend
effectenkanaal gebruiken. Zie hier-
voor hoofdstuk 8.
5.2.1 Insert-jacks
Bij tussenkoppelen van een mono-effectenapparaat
in een van de kanalen 1 – 4 wordt het kanaalsignaal
via de jack "INS" (2) afgenomen en via dezelfde jack
weer teruggestuurd.
Gebruik een Y-kabel voor de aansluiting. Uit het
gamma van MONACOR is hiervoor de kabel MCA-
202 geschikt (zie figuur 2). Stek de stereostekker
van de kabel in de jack "INS". Het uitgangssignaal
Het mengpaneel en de netadapter zijn enkel
geschikt voor gebruik binnenshuis. Vermijd druip-
en spatwater, uitzonderlijk warme plaatsen en
plaatsen met een hoge vochtigheid (toegestaan
omgevingstemperatuurbereik: 0 – 40 °C).
Plaats geen bekers met vloeistof zoals drinkgla-
zen etc. op het mengpaneel.
De warmte die in het mengpaneel ontstaat, moet
door ventilatie afgevoerd worden. Dek daarom de
ventilatieopeningen van de behuizing niet af.
Zorg ervoor dat u niets in de ventilatieopeningen
steekt. Dit kan immers tot een defect in het toestel
leiden!
Schakel het mengpaneel niet in en trek onmiddel-
lijk de stekker van de netadapter uit het stop-
contact:
1. wanneer het mengpaneel, de netadapter of het
netsnoer van de netadapter zichtbaar zijn
beschadigd,
2. wanneer er een defect zou kunnen optreden
nadat het toestel bijvoorbeeld gevallen is,
3. wanneer het toestel slecht functioneert.
Het mengpaneel resp. de netadapter moet in elk
geval hersteld worden door een gekwalificeerd
vakman.
Een beschadigd netsnoer van de netadapter mag
enkel door de fabrikant of door een gekwalificeerd
persoon hersteld worden.
Trek de stekker van de netadapter nooit met het
snoer uit het stopcontact, maar met de stekker zelf!
Gebruik voor de reiniging uitsluitend een droge,
zachte doek. Gebruik in geen geval chemicaliën
of water.
In geval van ongeoorloofd of verkeerd gebruik of
van herstelling door een niet-gekwalificeerd per-
soon vervalt de garantie bij eventuele schade.
Wanneer het mengpaneel en de netadapter defi-
nitief uit bedrijf worden genomen, bezorg ze dan
voor milieuvriendelijke verwerking aan een plaats-
elijk recyclagebedrijf.
dat naar het effectenapparaat gaat ("Send") vertrekt
vanuit de punt van de stereostekker, het ingangs-
signaal dat van het effectenapparaat terugkomt
("Return") komt op de ring; de schacht dient als
gemeenschappelijke massa. Sluit de monostekker
voor het send-signaal aan op de ingang van het
effectenapparaat en de monostekker voor het
return-signaal op de uitgang van het effectenap-
paraat.
zwart
ingang
effectenapparaat
SEND
rood
uitgang
effectenapparaat
RETURN
zwart
mengpaneel
INSERT
RETURN SEND
De aansluiting van de Y-kabel MCA-202 van MONACOR
5.2.2 Effectenkanaal "FX SEND"
Met de Effect Send-regelaars "FX" (11) kunnen de
signalen van de ingangskanalen 1 tot 7/8 afzonder-
lijk met het signaal op het effectenkanaal worden
gemengd; het effectenkanaal is post-fader gescha-
keld. Het mastersignaal van het effectenkanaal kan
worden afgenomen aan de effect send-uitgang "FX
SEND" (16) en kan naar een effectenapparaat wor-
den gestuurd; het uitgangsniveau wordt met de
masterregelaar "FX SEND" (28) ingesteld. Het sig-
naal dat door het effectenapparaat is bewerkt, wordt
via de ingang "FX RETURN" (23) opnieuw naar het
mengpaneel gestuurd en vóór de masterregelaar
aan het mastersignaal toegevoegd.
1) Verbind de ingang van het effectenapparaat met
de mono-uitgangsjack "FX SEND" (16).
2) Verbind de uitgang van het effectenapparaat met
de stereo-ingang "FX RETURN" (23) [gebruik bij
een mono-effectenapparaat enkel de bovenste
jack "L"].
3 Toepassingen
Het mengpaneel MMX-802 werd speciaal ontwor-
pen voor muzikanten en voor gebruik op het
podium. De 6 ingangskanalen – 4 x mono, 2 x stereo
– kunnen met een stereomasterkanaal en twee uit-
gangskanalen (pre-fader en post-fader geschakeld)
worden gemengd. Twee return-ingangen zorgen dat
de afgenomen signalen worden teruggestuurd. Via
verbindingsbussen in de monokanalen kunnen
apparaten ook rechtstreeks in het kanaal worden
geschakeld. Om de signalen te beluisteren, kan
zowel een hoofdtelefoon als een kleine monitorin-
stallatie voor een afzonderlijke luisterkamer op het
mengpaneel worden aangesloten.
4 Opstelling/Montage in een rack
Het mengpaneel kan zowel als vrijstaand tafelmodel
worden gebruikt als in een 19"-rack (482 mm) wor-
den ingebouwd met behulp van de meegeleverde
montagebeugels.
Voor de montage in een rack schroeft u beide
zwarte zijpanelen los (bewaar de schroeven en de
zijpanelen, wanneer het apparaat later opnieuw als
tafelmodel moet worden gebruikt). Bevestig de mon-
tagebeugels met de meegeleverde schroeven links
en rechts op het apparaat.
5 Apparaten aansluiten
Schakel het mengpaneel en alle andere audioappa-
ratuur uit, alvorens toestellen aan te sluiten resp.
bestaande aansluitingen te wijzigen.
5.1 Geluidsbronnen
1) Op de ingangen "MIC/LINE" (1) van de monoka-
nalen 1 – 4 kunnen zowel microfoons als mono-
apparatuur met lijnniveau (b. v. muziekinstrumen-
ten) worden aangesloten; de betreffende signaal-
bron kan ofwel via een XLR- of een 6,3-mm-jack
worden aangesloten.
5.3 Monitorinstallatie voor de muzikanten
Het uitgangskanaal "AUX SEND" is pre-fader
geschakeld en kan daarom als monitorkanaal wor-
den gebruikt. Via het monitorkanaal kunnen de muzi-
kanten het muzieksignaal, dat precies zoals
gevraagd werd gemengd, via een monitorinstallatie
op het podium te beluisteren. Met de regelaars "AUX"
(10) kunnen de signalen van de ingangskanalen 1 tot
7/8 afzonderlijk met het signaal op het monitorkanaal
worden gemengd. Sluit de eindversterker van de
monitorinstallatie aan op de uitgang "AUX SEND"
(15): hier kan het mastersignaal van het monitorka-
naal worden afgenomen; het uitgangsniveau wordt
met de regelaar "AUX SEND" (26) ingesteld.
5.4 Geluidsopnametoestel
Verbind voor geluidsopnames de ingang van een
stereo-geluidsopnametoestel met de jacks "REC"
(21). Het niveau van het opnamesignaal is afhanke-
lijk van de instelling van de masterfader (33).
Voor de weergave van de opname verbindt u de
weergave-uitgang van het geluidsopnametoestel
met de ingang "PLAY" (22).
5.5 Uitgangen "PHONES" en "CTRL ROOM"
Om het gemengde muzieksignaal te beluisteren,
kan u een stereohoofdtelefoon (impedantie ≥ 8 Ω)
en/of – voor beluisteren in een afzonderlijke regie-
ruimte – een monitorinstallatie gebruiken. Sluit de
hoofdtelefoon aan op de uitgang "PHONES (37), de
versterker van de monitorinstallatie op de uitgang
"CTRL ROOM" (19). Meer informatie over de be-
luisteringfunctie vindt u terug in hoofdstuk 7.3.
5.6 Masteruitgang "MAIN"
Het mastersignaal dat met de masterregelaar (33) is
uitgestuurd, kan op de gebalanceerde stereomas-
teruitgang "MAIN" (17) worden afgenomen. Hier kan
u bijvoorbeeld de versterker voor de geluidsregeling
in de zaal of een tweede mengpaneel aansluiten.
NL
B
19