Beveiliging
Uw snelkookpan is uitgerust met verschillende
beveiligingen:
•
Beveiliging bij het sluiten:
- De klauwen moeten contact maken met de rand
van het deksel. Als dit niet gebeurt, kan de stoom
ontsnappen bij de drukmeter en kan uw
snelkookpan geen druk opbouwen.
•
Beveiliging bij het openen:
- Alsuw snelkookpan onder druk staat, dan kunt u
de openingsknop niet bewegen.
- Open nooit uw snelkookpan met geweld.
- Werk niet in op de drukaanduiding.
- Verzeker u ervan dat de interne druk is gedaald.
•
Twee overdrukbeveiligingen:
- Eerste voorziening: het veiligheidsventiel (E)
ontlast de druk
- Tweede voorziening: de afdichtingsring laat de
stoom ontsnappen tussen het deksel en de pan
- afb. 20
.
Wanneer één van deze overdrukbeveiligingen in
werking treedt:
•
Zet de warmtebron uit.
•
Laat uw snelkookpan volledig afkoelen.
•
Open.
•
Controleer en reinig het drukventiel (A), de
stoomuitlaat (C), het veiligheidsventiel (F) en de
afdichtingsring (H).
•
Indien na deze controles en reinigingen uw
snelkookpan lekt of niet meer werkt, breng hem
dan naar een erkend TEFAL-servicecentrum.
- afb. 19
.
NL
31