LEVENSDUUR VAN HET APPARAAT
Na uiterlijk 12 jaar is de beoogde en
tegelijkertijd maximale levensduur
van de rookmelder bereikt. De hier
genoemde 12 jaar zijn gebaseerd op
een typische levensduur van 10 jaar
en een gebruiks-/energiereserve van
maximaal 2 jaar voor het product.
de levensduur.
MOGELIJKE OORZAKEN VAN FOUTMELDINGEN
Foutmelding resp. fout
Apparaat dat aan een draadloze groep moet
worden toegekend, staat niet meer in de
verbindingsmodus
Apparaten uit de draadloze groep waaraan
nog andere melders moeten worden toege-
kend, staan niet of niet meer in de verbin-
dingsmodus
Afstand tussen twee melders die in de ver-
bindingsmodus staan, is te groot, er is geen
verbinding mogelijk
Een melder kan niet met een draadloze groep
worden verbonden
MOGELIJKE OORZAKEN
Verbindingsmodus is 10 minuten actief, op-
nieuw activeren van de verbindingsmodus:
zie „Verbindingspoging herhalen"
Verbindingsmodus is 10 minuten actief, op-
nieuw activeren van de verbindingsmodus: zie
„Draadloze groep uitbreiden/verbindingsmo-
dus opnieuw inschakelen"
Afstand tot de melder verkleinen, gebruik
hiervoor een andere melder
Melders in de fabrieksstand terugzetten,
zie ‚Melder terugzetten in fabrieksstand',
verbindingsmodus inschakelen
– 124 –