Afb. 9:
Uitloop voor koffiespecialiteiten
instellen
4.5 Melk gebruiken
Gebruik voor een optimaal koffiegenot
gekoelde melk.
Afb. 10: Normale melkverpakking
1. Neem de melkslang (25) uit de houder.
2. Steek de melkslang in een normale
melkverpakking (27) of in een met
melk gevuld kannetje.
Het uiteinde van de slang mag de
bodem van het kannetje niet aanraken,
zodat er voldoende melk kan worden
aangezogen.
4.6 Lekbakje en residubak
legen
Wanneer het lekbakje (9) en de resi-
dubak (8) vol zijn, brandt op het display
Lekbakje en wordt u verzocht om deze
te legen. De weergave verschijnt na ca.
8 drankbereidingen.
De zichtbare vlotter (14) wijst eveneens op
7
een gevuld lekbakje.
Leeg steeds beide bakjes. Wanneer het
lekbakje eruit is getrokken, knippert op
het display Lekbakje.
25
27
Afb. 11: Lekbakje en residubak legen
1. Trek het lekbakje (9) naar voren uit het
apparaat.
2. Verwijder de residubak (8) en leeg
deze.
3. Leeg het lekbakje.
4. Zet de residubak weer terug.
5. Schuif het lekbakje tot tegen de aan-
slag in het apparaat.
Basisprincipes van de bediening
8
14
9
99