BEDIENINGSSCHAKELAARS (Compact-uitvoering)
14
9
8
MIG 405
2
3
6
t
t2
10
12
1.
Hoofdschakelaar
2.
Centraal adapter
Voor laspistool
3.
Snelkoppelingen
Voor koelsysteem laspistool.
4.
Smoorspoel-uitgang
Aanbevolen draaddiameter Ø 0,6 - 1,0.
5.
Smoorspoel-uitgang
Aanbevolen draaddiameter Ø 1,2 - 1,6.
6.
Aansluiting voor push-pull uitbouwset
Set nr. 78861143.
7.
Aan
Licht op zodra de machine is ingeschakeld.
8.
Draadaanvoersnelheid
Deze regelknop wordt gebruikt om de draad-
snelheid in te stellen.
1
7
16
15
5
4
t
61112585
11
13
9. Schakelfunctie
Deze schakelaar wordt gebruikt voor het in-
stellen van een twee-tact of vier-tact schakel-
regeling en puntlassen.
10. Draadinvoerknop (plaatsing boven motor).
Deze knop wordt gebruikt om de lasdraad in te
voeren. Indien de schakelaar wordt ingedrukt zal
de draad met ca. 6m/min. worden ingevoerd.
11. Draadterugbrand (plaatsing boven motor).
Instelbare tijdsvertraging tussen het stoppen van
de draadtoevoer en het afschakelen van de las-
spanning om het vastvriezen van de draad te
voorkomen.
12. Gasnastroom (boven motor).
Gasnastroomtijd.
13. Kruipstart (boven motor).
De instelling van de kruipstartwaarde bepaalt de
snelheid waarmee de lasdraad wordt aange-
voerd voordat de boog wordt ontstoken.
In stand "OFF" zal de draad worden aangevoerd
met een snelheid volgens de draadsnelheids-
knop (pos. 8)
14. Voltmeter / amperemeter (accessoire)
Toont de lasspanning, de lasstroom en de
draadaanvoersnelheid in meters per minuut.
(Set no. 78861158)
15. Spanningsregeling
MIG 335 (1 - 12) fijnregeling
MIG 405 (1 - 12) fijnregeling
16. Spanningsregeling
MIG 335 (1 - 2) grofregeling
MIG 405 (1 - 2) grofregeling
Toortsregeling
Indien een laspistool wordt gebruikt met regeling in
de handgreep, kan de draadaanvoersnelheid hier-
vandaan worden geregeld. Deze functie wordt ge-
activeerd indien de potentiometer voor de draad-
snelheid (pos. 8) wordt gezet op stand "min".
29