2e voorbeeld: Toegang via gebruikerscode
(a)
(b)
(a) Uitgang #1 moet worden geschakeld
(b) Toegang uitsluitend via gebruikerscode
(c) Geheugenplaatsnummer "000" (voor uitgang #1 is mogelijk: 000 - 999)
(d) Gebruikerscode "1111"
(e) Programmering opslaan (codeslot geeft twee pieptonen weer)
(a)
(b)
(a) Uitgang #2 moet worden geschakeld
(b) Toegang uitsluitend via transponder
(c) Geheugenplaatsnummer "027" (voor uitgang #2 is mogelijk: 001 - 100)
(d) Gebruikerscode "2222"
(e) Programmering opslaan (codeslot geeft twee pieptonen weer)
Wanneer het codeslot zich in de normale modus bevindt (niet in de programmeer-
modus) wordt uitgang #1 of #2 (naargelang de programmering) geschakeld door de
gebruikerscode in te voeren en dan op de ruitknop te drukken.
Wanneer u de "Auto Entry"-functie inschakelt (zie hoofdstuk 11. m), is het niet nodig
om op de ruitknop
gebruikerscode schakelt het codeslot de overeenkomstige uitgang.
206
(c)
(d)
(c)
(d)
te drukken. Onmiddellijk na het invoeren van een correcte
(e)
(e)