Publicité
2.7 Gebruik en onderhoud van de accu
● Laad alleen op met de lader die door de fabrikant wordt
gespecificeerd. Een lader die geschikt is voor het ene
type accupakket kan een risico op brand creëren bij
gebruik met een ander accupakket.
● Gebruik elektrisch gereedschap uitsluitend met specifiek
daarvoor bestemde accupakketten. Gebruik van andere
accupakketten kan leiden tot brandgevaar en de kans
op letsel.
● Houd het accupakket wanneer dit niet wordt gebruikt uit
de buurt van metalen voorwerpen als paperclips, munten,
sleutels, spijkers, schroeven of andere kleine metalen
voorwerpen die voor een verbinding van de ene pool met
de andere pool kunnen zorgen. Kortsluiten van de
accupolen kan brandwonden of brand veroorzaken.
● In onjuiste omstandigheden kan de accu vloeistof
afgeven. Raak deze niet aan. Spoel met water als er per
ongeluk contact is. Raadpleeg bovendien een arts als de
vloeistof in uw ogen komt. Vloeistof die uit de accu is
gelopen, kan irritatie of brandwonden veroorzaken.
● Gebruik geen accupakketten of gereedschappen die
beschadigd of gewijzigd zijn. Beschadigde of gewijzigde
accu's kunnen onvoorspelbaar gedrag vertonen, dat
resulteert in brand, explosies of gevaar voor letsel.
● Stel een accupakket of gereedschap niet bloot aan
vuur of zeer hoge temperaturen. Blootstelling aan vuur
of temperaturen hoger dan 130 °C kan een explosie
veroorzaken.
● Volg alle oplaadinstructies op en laad het accupakket of
het gereedschap niet op buiten het temperatuurbereik
dat in de instructies vermeld wordt. Onjuist opladen of bij
temperaturen buiten het vermelde bereik kan de accu
beschadigen en het brandgevaar vergroten.
2.8 Service
● Laat uw elektrische gereedschap onderhouden door een
gekwalificeerd reparatiemonteur, die uitsluitend identieke
vervangende onderdelen gebruikt. Dat garandeert dat het
elektrische gereedschap veilig blijft.
● Verricht nooit service aan beschadigde accupakketten.
Service van accupakketten mag uitsluitend worden
uitgevoerd door de fabrikant of geautoriseerde
serviceverleners.
2.9 Specifieke veiligheidsinstructies
voor verstekzagen
● Verstekzagen zijn bedoeld voor het zagen van hout of
houtachtige producten; ze kunnen niet worden gebruikt
met afbraamschijven voor het zagen van ijzerhoudend
materiaal zoals staven, staven, tapeinden enz. Schurend
stof zorgt ervoor dat bewegende onderdelen zoals de
onderste beschermkap vastlopen. Vonken van het
schurende snijden verbranden de onderste beschermkap,
het snijmes en andere plastic onderdelen.
● Gebruik waar mogelijk klemmen om het werkstuk te
ondersteunen. Als u het werkstuk met de hand
ondersteunt, moet u uw hand altijd ten minste 100 mm
van beide zijden van het zaagblad houden. Gebruik deze
zaag niet om stukken te zagen die te klein zijn om stevig
met de hand vastgeklemd of vastgehouden te worden.
Als uw hand te dicht bij het zaagblad is, bestaat er een
verhoogd risico op letsel door contact met het zaagblad.
● Het werkstuk moet stilstaan en zowel tegen de geleider
als tegen de tafel geklemd of gehouden worden. Voer het
werkstuk niet in het blad en zaag op geen enkele manier
uit de vrije hand. Onbeveiligde of bewegende
werkstukken kunnen met hoge snelheden worden
weggeslingerd en letsel veroorzaken.
● Steek uw hand nooit over de zaaglijn voor of achter het
zaagblad. Het werkstuk met gekruiste handen
ondersteunen, d.w.z. het werkstuk rechts van het
zaagblad vasthouden met de linkerhand of omgekeerd, is
zeer gevaarlijk.
● Grijp met geen van beide handen dichter dan 100 mm
van beide kanten van het zaagblad achter de geleider om
houtresten te verwijderen of om een andere reden terwijl
het zaagblad draait. Het kan onduidelijk zijn hoe dicht het
draaiende zaagblad zich bij uw hand bevindt, waardoor u
ernstig letsel kunt oplopen.
● Inspecteer het werkstuk voordat u gaat zagen. Als het
werkstuk gebogen of krom is, klem het dan met de
gebogen buitenkant naar de geleider toe. Zorg er altijd
voor dat er langs de zaaglijn geen ruimte is tussen het
werkstuk, de geleider en de tafel. Gebogen of
kromgetrokken werkstukken kunnen verdraaien of
verschuiven en kunnen tijdens het zagen een blokkering
op het draaiende zaagblad veroorzaken. Er mogen geen
spijkers of vreemde voorwerpen in het werkstuk zitten.
● Gebruik de zaag pas als de tafel vrij is van alle
gereedschap, houtresten enz., behalve het werkstuk.
Kleine brokstukken of losse stukken hout of andere
voorwerpen die in contact komen met het draaiende
blad, kunnen met hoge snelheid worden weggeslingerd.
● Zaag slechts één werkstuk tegelijk. Gestapelde
meervoudige werkstukken kunnen niet goed worden
vastgeklemd of geschoord en kunnen vast komen te
zitten op het blad of verschuiven tijdens het zagen.
● Zorg ervoor dat de verstekzaag voor gebruik op een vlak,
stevig werkoppervlak is gemonteerd of geplaatst. Een
vlak en stevig werkoppervlak vermindert het risico dat de
verstekzaag instabiel wordt.
NL
63
Publicité
