Publicité
199. Parallelschakeling van de elektromotor, het ledlampje en de gloeilamp
Zet het circuit in elkaar. Sluit de stroomonderbreker
15
(ON/AAN). De elektromotor begint te
draaien en het ledlampje gaat branden. Druk op de knop
14
- de lamp gaat branden, maar het
geluid van de elektromotor verandert - hij draait namelijk iets langzamer. De helderheid van het
ledlampje zal ook iets afnemen.
200. Beïnvloedingstest ledlampje
Verwissel de gloeilamp
18
en het ledlampje
17
("plus" naar links). Sluit de stroomonderbreker
15
(ON/AAN). Druk op de knop
14
- het ledlampje gaat branden, maar de lamp en de elek-
tromotor werken zonder wijzigingen. Dit betekent dat een ledlampje, in tegenstelling tot een
gloeilamp, slechts weinig stroom verbruikt en praktisch geen invloed heeft op de werking van
de elektromotor. Het is daarom aangeraden om het te gebruiken als een werkingsindicator.
226
201. Geluid van een racewagen
Zet het circuit in elkaar. Sluit de stroomonderbreker
15
(ON/AAN). Het ledlampje gaat branden,
maar de motor draait niet. Breng de magneet naar de reedschakelaar 13. Het ledlampje dooft,
de elektromotor start en het geluid van een sportwagen klinkt uit de luidspreker. Vervang de
reedschakelaar
13
door de knop 14, het geluid kan nu worden geregeld door op een knop te
drukken.
227
Publicité
