Installatie- en
onderhoudshandleiding
Inhoudsopgave
1
Veiligheid............................................................ 98
1.1
Reglementair gebruik........................................... 98
1.2
Kwalificatie........................................................... 98
1.3
Algemene veiligheidsinstructies .......................... 98
1.4
Voorschriften (richtlijnen, wetten, normen) ........ 100
2
Aanwijzingen bij de documentatie ................. 101
2.1
Verdere informatie ............................................. 101
3
Productbeschrijving ........................................ 101
3.1
Toestel ............................................................... 101
3.2
Compressormodule ........................................... 102
3.3
Afsluitkleppen .................................................... 102
3.4
Gegevens op het kenplaatje .............................. 102
3.5
Toepassingsgrenzen ......................................... 103
3.6
Minimale hoeveelheid CV-water in het
ontdooibedrijf ..................................................... 104
3.7
Minimale hoeveelheid CV-water in het
koelbedrijf .......................................................... 104
3.8
Veiligheidsinrichtingen ....................................... 104
4
Montage ............................................................ 104
4.1
Product uitpakken .............................................. 104
4.2
Leveringsomvang controleren ........................... 104
4.3
Product transporteren ........................................ 105
4.4
Aanzichten en afmetingen ................................. 105
4.5
Minimumafstanden in acht nemen..................... 106
4.6
Eisen aan de opstellingsplaats .......................... 106
4.7
Fundament plannen........................................... 107
4.8
Fundering maken............................................... 108
4.9
Werkveiligheid garanderen ................................ 108
4.10
Product opstellen ............................................... 108
4.11
Condensafvoer waarborgen .............................. 109
4.12
Beschermingswand opstellen............................ 109
4.13
Manteldelen demonteren/monteren................... 109
5
Koudemiddelcircuit-installatie ....................... 110
5.1
Werkzaamheden aan het koudemiddelcircuit
voorbereiden...................................................... 110
5.2
Eisen voor de installatie van
koudemiddelleidingen ........................................ 111
5.3
Koudemiddelleidingen naar product
installeren .......................................................... 111
5.4
Koudemiddelleidingen in gebouwen
installeren .......................................................... 112
5.5
Eisen aan de flensverbinding ............................ 112
5.6
Koudemiddelleidingen inkorten en flenzen........ 112
5.7
Koudemiddelleidingen aansluiten...................... 113
5.8
Koudemiddelcircuit op dichtheid controleren..... 113
5.9
Koudemiddelcircuit evacueren .......................... 113
5.10
Toegestane totale koudemiddelhoeveelheid ..... 114
5.11
Bijkomend koudemiddel vullen .......................... 114
5.12
Koudemiddel vrijgeven ...................................... 115
5.13
Werkzaamheden aan het koudemiddelcircuit
afsluiten ............................................................. 115
96
6
Elektrische installatie ...................................... 115
6.1
Elektrische installatie voorbereiden ................... 115
6.2
Eisen aan de netaansluiting .............................. 116
6.3
Vereisten aan elektrische componenten ........... 116
6.4
Elektrische scheidingsinrichting......................... 116
6.5
Componenten voor functie blokkering
energiebedrijf installeren ................................... 116
6.6
Afdekking van de elektrische aansluitingen
demonteren........................................................ 116
6.7
Stroomvoorziening tot stand brengen,
1~/230V ............................................................. 116
6.8
Modbus-kabel aansluiten................................... 117
6.9
Toebehoren aansluiten ...................................... 117
6.10
Afdekking van de elektrische aansluitingen
monteren............................................................ 117
7
Ingebruikname ................................................. 117
7.1
Vóór het inschakelen controleren ...................... 117
7.2
Product inschakelen .......................................... 118
8
Overdracht aan de gebruiker.......................... 118
8.1
Gebruiker instrueren .......................................... 118
9
Verhelpen van storingen................................. 118
9.1
Foutmeldingen ................................................... 118
9.2
Andere storingen ............................................... 118
10
Inspectie en onderhoud .................................. 118
10.1
Inspectie en onderhoud voorbereiden ............... 118
10.2
Werkschema en intervallen in acht nemen........ 118
10.3
Reserveonderdelen aankopen .......................... 118
10.4
Onderhoudswerkzaamheden uitvoeren............. 118
10.5
Inspectie en onderhoud afsluiten....................... 119
11
Reparatie en service........................................ 120
11.1
Reparatie- en servicewerkzaamheden
voorbereiden...................................................... 120
11.2
Component van het koudemiddelcircuit
vervangen .......................................................... 120
11.3
Elektrische component ...................................... 122
11.4
Reparatie- en servicewerkzaamheden
afsluiten ............................................................. 122
12
Uitbedrijfname.................................................. 122
12.1
Product tijdelijk buiten bedrijf stellen ................. 122
12.2
Product definitief buiten bedrijf stellen............... 122
13
Recycling en afvoer......................................... 122
13.1
Verpakking afvoeren.......................................... 122
13.2
Koudemiddel recyclen of afvoeren .................... 122
14
Serviceteam...................................................... 123
14.1
Serviceteam....................................................... 123
Bijlage............................................................................... 124
A
Functieschema................................................. 124
B
Veiligheidsinrichtingen ................................... 125
C
Aansluitschema ............................................... 126
C.1
Aansluitschema , stroomvoorziening,
1~/230V ............................................................. 126
C.2
Aansluitschema, sensoren en actoren .............. 127
D
Karakteristieke waarden van
de temperatuursensoren in het
koudemiddelcircuit.......................................... 128
E
Inspectie- en onderhoudswerkzaamhe-
den .................................................................... 129
Installatie- en onderhoudshandleiding 8000015898_00