4.5
Minimumafstanden in acht nemen
▶
Neem de opgegeven minimumafstanden in acht om vol-
doende luchtstroom te garanderen en installatie- en on-
derhoudswerkzaamheden te vergemakkelijken.
▶
Zorg ervoor dat er voldoende plaats voor de installatie
van de koudemiddelleidingen voorhanden is.
4.5.1
Minimumafstanden
A
E
Minimumaf-
Vloeropstelling,
stand
platdakmontage
A
300 mm 1)
B
1000 mm 2)
C
250 mm
D
500 mm
E
600 mm
F
1) De minimumafstand A kan tot 150 mm worden geredu-
ceerd, wanneer de toegankelijkheid voor installatie- en on-
derhoudswerkzaamheden op andere wijze wordt gewaar-
borgd.
2) De minimumafstand B kan tot 400 mm worden geredu-
ceerd, wanneer de toegankelijkheid voor installatie- en on-
derhoudswerkzaamheden op andere wijze wordt gewaar-
borgd, eer tijdens bedrijf een voldoende grote luchtstroom is
gewaarborgd en wanneer tijdens het ontdooien het wegstro-
men van opstijgende damp is gewaarborgd..
4.6
Eisen aan de opstellingsplaats
Gevaar!
Verwondingsgevaar door ijsvorming!
De luchttemperatuur aan de luchtuitlaat ligt
onder de buitentemperatuur. Daardoor kan er
ijsvorming ontstaan.
▶
Kies een plaats en een uitlijning waarbij
de luchtuitlaat minstens 3 m afstand tot
trottoirs, gepleisterde ondergronden en tot
afvoerpijpen heeft.
▶
Let erop, dat de opstelling op verlaagde plaatsen of be-
reiken, die geen vrij wegstromen van de lucht mogelijk
maken, niet is toegestaan.
106
B
C
D
F
Wandmontage
300 mm 1)
1000 mm 2)
250 mm
500 mm
600 mm
300 mm
▶
Het product mag in kustgebieden en op beschermde
plaatsen in de nabijheid van de kustlijn worden opge-
steld. In de directe nabijheid van de kustlijn moet bo-
vendien een bescherming worden geïnstalleerd, die het
product beschermt tegen spatwater en zeewind. Daarbij
moeten de minimale afstanden worden aangehouden.
▶
Houd het toegestane hoogteverschil tussen buitenunit en
binnenunit aan.
▶
Houd afstand tot ontvlambare stoffen of ontvlambare
gassen.
▶
Blijf op een afstand van warmtebronnen.
▶
Vermijd gebruik van voorbelaste afzuiglucht.
▶
Houd afstand tot ventilatieopeningen en afvoerschach-
ten.
▶
Houd afstand tot bladeren verliezende bomen en strui-
ken.
▶
Stel de buitenunit niet aan stoffige lucht bloot.
▶
Stel de buitenunit niet aan corrosieve lucht bloot. Blijf op
een afstand van dierenverblijven.
▶
Houd er rekening mee dat de opstelplaats onder 2000 m
boven de zeespiegel dient te liggen.
▶
Houd rekening met de geluidsemissies. Kies een opstel-
plaats met een zo groot mogelijke afstand tot de eigen
slaapkamer.
▶
Houd rekening met de geluidsemissies. Kies een opstel-
plaats met een zo groot mogelijke afstand tot de vensters
van het gebouw ernaast.
▶
Kies een opstelplaats die gemakkelijk toegankelijk is
om onderhouds- en servicewerkzaamheden te kunnen
uitvoeren.
▶
Als de opstelplaats aan het rangeerbereik van voertuigen
grenst, bescherm het product dan door een botsingsbe-
scherming.
▶
Wanneer de opstelplaats in een sneeuwrijke regio ligt,
kies dan een opstelplaats die beschermd is tegen weers-
invloeden. Voer eventueel een extra weerbescherming
uit. Let daarbij op mogelijke invloeden op de geluidsemis-
sie.
Geldigheid: Bodemopstelling
▶
Vermijd een opstellingsplaats die in een hoek van een
ruimte, in een nis, tussen muren of tussen omheiningen
ligt.
▶
Vermijd het opnieuw aanzuigen van de lucht van de
luchtuitlaat.
▶
Zorg ervoor dat zich op de ondergrond geen water kan
verzamelen.
▶
Zorg ervoor dat de ondergrond goed water kan opnemen.
▶
Plan een grind- en ballastbed voor de condensafvoer.
▶
Kies een opstelplaats die in de winter vrij is van sneeuw-
ophopingen.
Installatie- en onderhoudshandleiding 8000015898_00