2
1
5
2.
Sluit een koudemiddelarmatuur (3) met een kogelkraan
(4) op de onderhoudsaansluiting van de heetgasleiding
aan.
3.
Sluit de koudemiddelarmatuur met een kogelkraan (1)
op een vacuümmeter (2) en een vacuümpomp (5) aan.
4.
Open de beide kogelkranen.
5.
Eerste test: schakel de vacuümpomp in.
6.
Evacueer de koudemiddelleidingen en de condensor
van de binnenunit.
–
Te bereiken absolute druk: 0,1 kPa (1,0 mbar)
–
Looptijd van de vacuümpomp: minimaal 60 minuten
7.
Schakel de vacuümpomp uit.
–
Wachttijd: 3 minuten
8.
Controleer de druk.
Resultaat 1:
Druk is stabiel:
▶
De test is afgesloten. Omdat de druk stabiel is, is
geen tweede controle nodig.
Resultaat 2:
De druk neemt toen er is een lek:
▶
Controleer de flensverbindingen van de buitenunit
en de binnenunit. Verhelp de lekkage.
▶
Controleer de slangverbindingen met de aangeslo-
ten meetmiddelen.
▶
Begin met de tweede test.
Resultaat 3:
De druk neemt toen er is restvochtigheid:
▶
Voer een droging uit.
▶
Begin met de tweede test.
9.
Tweede test: schakel de vacuümpomp in.
10.
Evacueer de koudemiddelleidingen en de condensor
van de binnenunit.
–
Te bereiken absolute druk: 0,1 kPa (1,0 mbar)
–
Looptijd van de vacuümpomp: minimaal 60 minuten
11.
Schakel de vacuümpomp uit.
–
Wachttijd: 3 minuten
12.
Controleer de druk.
Resultaat 1:
Druk is stabiel:
▶
De test is afgesloten.
Resultaat 2:
De druk neemt toe.
▶
Herhaal de tweede test.
13.
Sluit de kogelkranen (1) en (4).
114
14.
3
5.10
De buitenunit is af fabriek met een bepaalde hoeveelheid
koudemiddel gevuld. Afhankelijk van de lengte van de kou-
demiddelleidingen wordt nog een extra koudemiddelhoeveel-
heid bij de installatie nagevuld.
Product
4
HA 3-8.2 en
HA 5-8.2
HAL 7-8.2
De concrete aanvullende koudemiddelhoeveelheid wordt
aan de hand van een berekeningstabel vastgesteld
(→ Hoofdstuk 5.11).
De toegestane totale hoeveelheid koudemiddel is begrensd
en afhankelijk van de minimale ruimteomvang op de opstel-
plaats van de binnenunit. Zie installatiehandleiding voor bin-
nenunits in hoofdstuk 4.4 en bijlage A.
5.11
1.
2.
3.
Koppel de koudemiddelarmatuur van de onderhouds-
aansluiting los, indien geen aanvullend koudemiddel
moet worden gevuld (→ Hoofdstuk 5.11).
Toegestane totale koudemiddelhoeveelheid
Koudemiddel-
hoeveelheid, in
de fabriek ge-
vuld
1,3 kg
1,5 kg
Bijkomend koudemiddel vullen
Gevaar!
Gevaar voor verwondingen door lekkend
koudemiddel!
Lekkend koudemiddel kan bij contact letsels
veroorzaken.
▶
Draag beschermende uitrusting.
Bepaal de enkele lengte van de koudemiddelleiding.
Bereken de benodigde hoeveelheid extra koudemiddel:
Product
Enkelvoudige
lengte
HA 3-8.2 en
< 15 m
HA 5-8.2
15 m tot 30 m
30 m tot 40 m
HA 7-8.2
< 15 m
15 m tot 40 m
Zorg ervoor dat de beide afsluitkranen aan de buiten-
unit nog gesloten zijn.
Installatie- en onderhoudshandleiding 8000015898_00
Koudemiddelhoe-
veelheid, nader-
hand bijgevuld
0,0 tot 0,8 kg
0,0 tot 0,7 kg
Bij te vullen kou-
demiddelhoeveel-
heid
Geen
0,030 kg/m (meer
dan 15 m)
0,45 kg +
0,035 kg/m (meer
dan 30 m)
Geen
0,028 kg/m (meer
dan 15 m)