INSTALLATIE
Montage
4. Montage
Materiële schade
!
f Houd bij de aansluiting van een circulatiepomp
f
rekening met de maximale belastbaarheid van de
relaisuitgangen van de warmtepompmanager (zie
hoofdstuk "Technische gegevens / Gegevensta-
bel" in de handleiding van de warmtepompma-
nager).
Info
f Installeer een vul- en aftapkraan, een drukexpan-
f
sievat en een kogelafsluitkraan.
Deze worden niet meegeleverd.
e02
790
f02
220
85
170
85
730
e01
Verwarming aanvoer
e02
Verwarming retour
f01
Warmtebron aanvoer
f02
Warmtebron retour
d37
Warmwateraanvoerleiding
d38
Warmwaterretourleiding
f Neem de onderdelen van de module uit de
f
transportverpakking.
f Kort de koppelingsbuis naar de retourleiding van de
f
warmtebron in op de plaats waar deze aansluit op de
warmtepomp.
f Verwijder de afgekorte onderste delen van de buis.
f
WPKI-Set
e01
f01
d38
d37
1 Schroefmoer met inlegstuk
2 Terugslagklep, handmatig ontgrendelbaar
3 Solecirculatiepomp
4 adapter
f Monteer de solecirculatiepompen overeenkomstig de af-
f
beelding tussen de uitgangen uit de warmtepomp en de
eerder ingekorte koppelingsbuis.
f Lijn de warmtepompen uit.
f
Info
De koppelingsbuizen zijn nog niet gesoldeerd om
kleine correcties mogelijk te maken bij het uitlijnen.
f Neem bij het uitlijnen van de warmtepompen de
f
toegestane afstand van 180 tot 220 mm in acht.
f Monteer de overige onderdelen van de installatie en
f
schroef ze handvast.
f Zachtsoldeer de koppelingsbuizen op de met pijlen ge-
f
markeerde plaatsen.
f Draai de schroefkoppelingen vast.
f
f Controleer de warmtebroninstallatie en het afgiftesys-
f
teem op dichtheid.
f Isoleer de installatie conform de
f
energiebesparingvoorschriften.
1
2
3
4
| 27