Water aansluiten op het apparaat
1. Verwijder de rubberen stop (1) van het
waterinlaatventiel.
2. Duw de waterslang stevig op het
waterinlaatventiel en draai de kraagmoer vast.
Deze waterleiding moet in het midden worden
doorgesneden en gebruikt; het andere deel kan
worden gebruikt als reserveonderdeel.
Aansluiten op de waterkraan
Deze functie is alleen beschikbaar bij sommige modellen.
1. Duw de waterslang in de opening van de met
de accessoires meegeleverde kraanaansluiting.
De buis moet stevig worden vastgehouden terwijl
de aansluiting op de buis wordt geduwd.
2. Controleer of de rubberen ring aan de binnenkant
van de kraanaansluiting zit voordat u deze
op de kraan draait.
Het is mogelijk dat een aparte aansluiting of adapter
►
moet worden gekocht als uw kraanfitting niet
overeenkomt met de draadgrootte van
de meegeleverde aansluiting.
De wateraansluiting controleren
Deze functie is alleen beschikbaar bij sommige modellen.
Zet de watertoevoer aan en schakel het apparaat in. Controleer zorgvuldig alle
►
aansluitingen zorgvuldig op mogelijke lekken vanwege slecht gemonteerde slangen.
Houd de toets '3Sec Filter Reset' drie seconden ingedrukt. Het nieuwe waterfilter
►
is geactiveerd.
Plaats een kopje onder de waterdispenser om te controleren of er water door het
►
apparaat stroomt.
Controleer de aansluitslang en de aansluitingen nogmaals op lekken.
►
Installatie
303