Télécharger Imprimer la page

DeWalt DCS7485 Traduction De La Notice D'instructions Originale page 85

Masquer les pouces Voir aussi pour DCS7485:

Publicité

• Plaats het juiste zaagblad. Gebruik geen zeer versleten
zaagbladen. De maximale rotatiesnelheid van het gereedschap
mag niet hoger zijn dan die van het zaagblad.
• Probeer niet werkstukken te zagen die heel klein zijn.
• Geef het zaagblad ruimte om te zagen. Oefen er geen kracht
op uit.
• Laat de motor eerst geheel op snelheid komen voordat u met
zagen begint.
• Controleer dat alle vergrendelingsknoppen en
klemhandgrepen vastzitten.
• Plaats nooit één van uw handen in de buurt van het zaagblad
wanneer de zaag is aangesloten op de stroomvoorziening.
• Gebruik uw zaag niet voor het zagen uit de losse hand!
• Zaag geen krom- of holgetrokken of gebogen werkstukken. Er
moet ten minste één rechte, gladde zijde zijn voor plaatsing tegen
de afkort- of versteklangsgeleiding.
• Ondersteun lange werkstukken altijd zodat terugslag
wordt voorkomen.
• Verwijder geen afgezaagde stukken uit het gebied rond het
zaagblad zolang het zaagblad draait.
In- en uitschakelen (Afb. A, M)
De aan/uit-schakelaar 
 8 
(Afb. A) van uw zaagbank biedt
meerdere voordelen:
• Vrijgavefunctie bij geen spanning: als de stroom om een
bepaalde reden uitvalt, moet de schakelaar bewust opnieuw
worden bediend.
• Licht de rode hendel 
 41 
groene knop 
 42 
in te duwen.
• Duw op de rode knop 
 43 
u deze zaak wilt uitschakelen.
Werken met de langsgeleiding voor
overlangszagen (Afb. A, N)
Hendel railvergrendeling
De hendel van de railvergrendeling 
langsgeleiding op z'n plaats zodat beweging tijdens het zagen
wordt voorkomen. U kunt de hendel voor de rail vergrendelen
door deze omlaag te duwen naar de achterzijde van de zaag.
U kunt de hendel ontgrendelen door deze omhoog te trekken
naar de voorzijde van de zaag.
OpMERkInG: Vergrendel altijd de hendel van de
railvergrendeling wanneer u overlangszaagt.
Uitbreiding werkondersteuning /Smalle
geleiding overlangszagen
Uw zaagtafel is voorzien van een uitbreiding voor
werkondersteuning zodat werkstukken die buiten de zaagtafel
steken, kunnen worden ondersteund.
U kunt de smalle geleiding voor zagen gebruiken voor
ondersteuning van een werkstuk door de geleiding uit de
opbergpositie te draaien, zoals wordt getoond in Afb. N, en de
pennen in de lagere sleuven 
langsgeleiding te schuiven.
U kunt de smalle langsgeleiding voor zagen in de smalle positie
gebruiken, door de pennen in de bovenste sleuven 
beide uiteinden van de langsgeleiding te schuiven. In deze
stand ontstaat 51 mm extra ruimte tot het zaagblad. Zie Afb. N.
OpMERkInG: Trek de uitbreiding van de ondersteuning van
werkstukken in of stel deze af in de smalle positie voor de
langsgeleiding wanneer u boven de zaagtafel werkt.
op en schakel de zaag in door de
of duw de rode handle omlaag als
vergrendelt de
 5 
aan beide uiteinden van de
 44 
 45 
Fijnafstellingsknop
De fijnafstellingsknop 
mogelijk bij het instellen van de langsgeleiding. Voordat u de
langsgeleiding afstelt, moet u erop letten dat de hendel voor de
railvergrendeling omhoog staat in de ontgrendelde stand.
Aanwijzer schaalverdeling overlangszagen
De aanwijzer voor de schaalverdeling overlangszagen
moet worden afgesteld voor de juiste werking van de
langsgeleiding als de gebruiker overschakelt tussen dikke
en dunne zaagbladen. De aanwijzer voor de schaalverdeling
overlangszagen geeft alleen een juiste uitlezing voor positie
1 (0 mm tot 522 mm), maar voeg voor positie 1 met de smalle
langsgeleiding 52 mm toe. Zie De schaalverdeling voor
overlangszagen afstellen onder Montage.
Eenvoudige zaagsneden
Overlangszagen (Afb. A, O)

WAARSCHUWING: Scherpe randen.
1. Stel het zaagblad in op 0°.
2. Zet de grendel van de langsgeleiding 
3. Breng het zaagblad omhoog tot het ongeveer 3 mm hoger is
dan de bovenzijde van het werkstuk.
4. Pas de positie van de langsgeleiding aan, zie Bediening van
de langsgeleiding voor overlangszagen.
5. Houd het werkstuk vlak tegen de tafel en tegen de
langsgeleiding. Houd het werkstuk weg bij het zaagblad.
6. Houd beide handen weg van het pad van het zaagblad (Afb. O).
7. Schakel de machine in en laat het zaagblad volledig op
snelheid komen.
8. Voer het werkstuk langzaam onder de beschermkap aan,
terwijl u het stevig tegen de langsgeleiding gedrukt houdt. Laat
de tanden zagen en dwing het werkstuk niet door het zaagblad.
De snelheid van het zaagblad moet constant worden gehouden.
9. Gebruik altijd een aanduwstok 
van het zaagblad werkt (Afb. O).
10. Schakel na het voltooien van de zaagsnede de machine uit,
laat het zaagblad tot stilstand komen en verwijder het werkstuk.

WAARSCHUWING:
• Duw nooit tegen het "vrije" of afgezaagde gedeelte van het
werkstuk en houd het niet vast.
• Zaag geen al te kleine werkstukken.
• Gebruik altijd een aanduwstok wanneer u kleine
werkstukken zaagt.
Schuine zaagsneden (Afb. A)

WAARSCHUWING: Maak geen schuine zaagsneden aan
afschuinzijde (links) van het zaagblad.
1. Stel de gewenste schuine hoek in door de roterende
hendel 
 7 
omhoog en naar rechts te duwen.
2. Stel de gewenste hoek in, draai de hendel door deze omlaag
te duwen en naar links en op z'n plaats te vergrendelen.
3. Ga verder als bij overlangszagen.
Afkorten en schuin afkorten
1. Verwijder de langsgeleiding en installeer de verstekmeter in
aan
de sleuf.
2. Vergrendel de verstekmeter op 0°.
3. Ga verder als bij overlangszagen.
Verstekzaagsneden (Afb. A)
1. Zet de verstekmeter 
 4 
maakt kleinere aanpassingen
 19 
vast (Afb. A).
wanneer u in de buurt
 22 
 10 
in de gewenste hoek.
nEDERLanDs
85

Publicité

loading