1. Draai de schroef aan de luchtfil-
terafdekking (14) los en klap de
afdekking open.
2. Neem de luchtfilter (13) uit.
3. Vervang een defecte luchtfilter
door een nieuwe filter
(zie „reserveonderdelen").
4. Voor de montage brengt u de
nieuwe luchtfilter (13) in de lucht-
filterafdekking (14) aan (zie pijl
op de luchtfilter).
5. Klap de luchtfilterafdekking dicht
en schroef deze weer vast.
Bougie wisselen / instellen
Versleten bougies of een te grote
ontstekingsafstand leiden tot een
vermindering van het vermogen
van de motor
1. Trek de bougiedop (11) af door
gelijktijdig aan de bougie te trek-
ken en te draaien.
2. Schroef de bougie te gen de rich-
ting van de wijzers van de klok in
met een bougiesleutel
3. Kijk de ontstekingsafstand met
behulp van een (in de gespeci-
aliseerde handel verkrijgbaar)
voelkaliber na. De ontstekingsaf-
stand moet 0,76 mm bedragen.
4. Stel de afstand eventueel in
doordat u de aardelektrode van
de bougie voorzichtig buigt.
5. Reinig de bougie met een
draadborstel.
6. Breng de gereinigde en inge-
stelde bougie aan of vervang
een beschadigde bougie door
een nieuwe (aanbevolen aan-
zetmoment 20 Nm, met draai-
momentsleutel vastgesteld) (zie
„Reserveonderdelen").
Motorolie verversen
1. Open de olieaftapplug (binnenvierkant)
2. Laat de motorolie in een geschikt reser-
3. Veeg de gemorste motorolie af en
uit.
4. Zet het apparaat waterpas en vul motor-
Kantel het apparaat via de hand-
greephendel achterwaarts om de
motorolie te verversen. Leg het
apparaat niet op de zijkant opdat
er geen bedrijfsvloeistoffen kunnen
uitlopen.
• Ververs de motorolie voor de
eerste keer na ongeveer 5 be-
drijfsuren, daarna telkens na 50
bedrijfsuren of jaarlijks.
• Ververs de motorolie wanneer
de motor warm is.
• Voer de oude olie op milieuvrien-
delijke wijze af (zie „Afvalverwij-
dering/milieubescherming")
aan de onderzijde van het apparaat.
voir wegvloeien.
schroef de olieaftapplug weer in.
olie bij (zie „Inbedrijfstelling").
NL
BE
71