5 Pipetteren
5 Pipetteren
1. Pipet opsteken
Op een correcte plaatsing van de pipet letten. Gebruik nooit
geweld! Met name bij dunne pipetten bestaat gevaar voor
glasbreuk! Gevaar voor letsel!
1.
2. De pipet vullen
2.
Gebruiksaanwijzing
476
WAARSCHUWING
a. De pipet altijd zo dicht mogelijk bij
-
+
b. Het apparaat met een ingestoken
a. Dompel de punt van de pipet in de
+
-
b. De bovenste pipetteerknop langzaam
c. Wanneer op beide pipetteerknoppen
het bovenste uiteinde vasthouden en
voorzichtig in de adapter schuiven,
totdat hij goed vastzit.
pipet altijd rechtop houden met de
punt naar beneden.
vloeistof.
indrukken en de pipet vullen, zodat
de meniscus ongeveer over het
gewenste merkteken ligt.
wordt gedrukt, kunt u de vloeistof
zeer nauwkeurig opnemen en
afgeven. Dat komt vooral van pas
wanneer u de meniscus instelt of
pipetten met een gering volume
gebruikt.
997418