4 Ingebruikname
>
De onderhoudslading voorkomt dat de accu te vol wordt geladen en
minimaliseert het luie batterij-effect. Om de maximale capaciteit te
behouden adviseren wij om de accu pas weer op te laden als dit door
de LED-laadindicator wordt aangegeven.
4.3 Het apparaat starten
Het apparaat is gebruiksklaar als een opgeladen accu is geplaatst. Het
apparaat heeft geen ON/OFF-schakelaar.
4.4 Modus selecteren
Keuzeschakelaar, zie Functie- en bedieningselementen, pag. 468 .
Modus „Vrij verloop": de keuzeschakelaar naar boven schuiven.
Modus „Uitblazen met motorondersteuning": de keuzeschakelaar naar
beneden schuiven.
4.5 Vloeistof opzuigen of afgeven
Voor de pipetteerknop zie Functie- en bedieningselementen, pag. 468
Voor het vullen van de pipet op de bovenste pipetteerknop en voor het
afgeven op de onderste pipetteerknop drukken.
4.6 Pipetteersnelheid wijzigen
De snelheid wordt begrensd door het ingestelde maximale
motortoerental. Hoe verder de bovenste of onderste pipetteerknop wordt
ingedrukt, des te sneller wordt de vloeistof opgenomen of afgegeven.
4.7 Het motortoerental instellen
Zie voor het stelwiel onder Functie- en bedieningselementen, pag. 468
Gebruiksaanwijzing
474
AANWIJZING
997418