160992A3UL_201801.book Page 100 Wednesday, January 10, 2018 1:52 PM
100 | Nederlands
rechts vasthouden en het zaagblad met links of omge-
keerd, is heel gevaarlijk.
Kom achter de geleider niet met uw handen binnen een
afstand van 100 mm van het draaiende zaagblad, om
houtafval te verwijderen of om enige andere reden. Het
is misschien niet meteen duidelijk dat het draaiende zaag-
blad zo dicht bij uw hand is en u zou ernstig gewond kun-
nen raken.
Controleer uw werkstuk vóór het zagen. Als het werk-
stuk gebogen of krom is, klem dit dan met de naar bui-
ten gebogen kant naar de geleider toe. Zorg er altijd
voor dat er langs de zaaglijn geen opening is tussen het
werkstuk, de geleider en de tafel. Gebogen of kromme
werkstukken kunnen draaien of verschuiven en ertoe lei-
den dat het draaiende zaagblad tijdens het zagen klem
komt te zitten. Er mogen geen spijkers of vreemde voor-
werpen in het werkstuk zitten.
Gebruik de zaag pas, als de tafel vrij is van alle gereed-
schappen, houtafval enz. en er alleen het werkstuk op
ligt. Kleine stukjes afval of losse stukken hout of andere
voorwerpen die met het draaiende zaagblad in aanraking
komen, kunnen met een hoge snelheid worden weggeslin-
gerd.
Zaag maar één werkstuk tegelijkertijd. Meerdere op el-
kaar gestapelde werkstukken kunnen niet goed worden
vastgeklemd of vastgezet en kunnen ervoor zorgen dat het
zaagblad tijdens het zagen klem komt te zitten of ver-
schuift.
Zorg ervoor dat de verstekzaag vóór gebruik op een
vlakke, stevige ondergrond wordt gemonteerd of ge-
plaatst. Een vlakke en stevige ondergrond vermindert het
risico dat de verstekzaag onstabiel wordt.
Plan uw werk. Telkens als u de instelling voor de
schuinte of verstekhoek wijzigt, moet u ervoor zorgen
dat de verstelbare geleider correct is ingesteld voor
ondersteuning van het werkstuk en het zaagblad of de
beschermkap niet hindert. Maak zonder de machine in te
schakelen en zonder werkstuk op de tafel met het zaagblad
een volledige gesimuleerde zaagbeweging om er zeker van
te zijn dat er geen obstakels zijn of dat er geen gevaar is
voor het doorzagen van de geleider.
Zorg voor voldoende ondersteuning, zoals tafelverlen-
gingen, zaagbokken, enz., voor een werkstuk dat bre-
der of langer is dan de bovenkant van de tafel. Werk-
stukken die langer of breder zijn dan de verstekzaag,
kunnen zonder een veilige ondersteuning kantelen. Als het
afgezaagde stuk of het werkstuk kantelt, kan het de onder-
ste beschermkap optillen of door het draaiende zaagblad
worden weggeslingerd.
Gebruik geen andere persoon als vervanging voor een
tafelverlenging of als extra ondersteuning. Onstabiele
ondersteuning voor het werkstuk kan ervoor zorgen dat
het zaagblad klem komt te zitten of dat het werkstuk tij-
dens het zagen verschuift, waardoor u en uw helper in het
draaiende zaagblad worden getrokken.
Het afgezaagde stuk mag absoluut niet tegen het draai-
ende zaagblad worden geklemd of gedrukt. Als het afge-
zaagde stuk ingesloten zit, d.w.z. bij het gebruik van leng-
1 609 92A 3UL | (10.1.18)
teaanslagen, dan zou het tegen het zaagblad vast kunnen
komen zitten en met geweld weggeslingerd kunnen wor-
den.
Gebruik altijd een lijmklem of een spaninrichting die
speciaal voor het ondersteunen van rond materiaal als
stokken e.d. is ontworpen. Stokken hebben de neiging
om tijdens het zagen te gaan rollen, waardoor het zaagblad
gaat „bijten" en het werkstuk met uw hand in het zaagblad
trekt.
Laat het zaagblad zijn volle snelheid bereiken, voordat
u dit met het werkstuk in aanraking brengt. Dit vermin-
dert het risico dat het werkstuk weggeslingerd wordt.
Als het werkstuk of het zaagblad klem komt te zitten,
schakelt u de verstekzaag uit. Wacht tot alle bewegen-
de delen tot stilstand zijn gekomen en trek de stekker
uit het stopcontact of verwijder de accu. Maak het
klemzittende materiaal dan vrij. Als u met een klemzit-
tend werkstuk doorgaat met zagen, dan verliest u de con-
trole of wordt de verstekzaag beschadigd.
Nadat het zagen voltooid is, laat u de schakelaar los,
houdt u de zaagkop omlaag en wacht u tot het zaagblad
tot stilstand is gekomen, voordat u het afgezaagde stuk
verwijdert. Het is gevaarlijk om met uw hand in de buurt
van het uitlopende zaagblad te komen.
Houd de handgreep stevig vast, wanneer u een onvolle-
dige zaagsnede maakt of wanneer u de schakelaar los-
laat, voordat de zaagkop zich helemaal in de onderste
positie bevindt. Het afremmen van de zaag kan ervoor
zorgen dat de zaagkop plotseling omlaag wordt getrokken,
waardoor het risico van letsel ontstaat.
Houd uw werkplek schoon. Materiaalmengsels zijn bij-
zonder gevaarlijk. Stof van lichte metalen kan ontvlammen
of exploderen.
Gebruik geen stompe, gescheurde, verbogen of be-
schadigde zaagbladen. Zaagbladen met stompe of ver-
keerd gerichte tanden veroorzaken door een te nauwe
zaagopening een verhoogde wrijving, vastklemmen van
het zaagblad of terugslag.
Gebruik geen zaagbladen van hooggelegeerd snel-
draaistaal (HSS-staal). Dergelijke zaagbladen kunnen ge-
makkelijk breken.
Gebruik altijd zaagbladen met de juiste maat en vorm
(ruitvormig of rond) van het opnameboorgat. Zaagbla-
den die niet bij de montagedelen van de zaagmachine pas-
sen, lopen niet rond en leiden tot het verliezen van de con-
trole.
Verwijder nooit zaagresten, houtspanen en dergelijke
uit de buurt van de plaats waar wordt gezaagd terwijl
het elektrische gereedschap loopt. Breng de gereed-
schaparm altijd eerst in de ruststand en schakel het elektri-
sche gereedschap uit.
Pak het zaagblad na de werkzaamheden niet vast voor-
dat het afgekoeld is. Het zaagblad wordt tijdens de werk-
zaamheden zeer heet.
Maak waarschuwingsstickers op elektrisch gereed-
schap nooit onleesbaar.
Bosch Power Tools