1. Zet de draairichtingsschakelaar (4) op
L.
2. Druk lichjes (lage snelheid) op de
aan-/uitknop (5).
3. Toerental traploos regelen: Hoe verder
u de aan/uit-schakelaar (5) induwt,
des te hoger is het toerental/draaimo-
ment.
4. Laat de aan-/uitknop (5) direct los
als de reinigingsspiraal (1) niet meer
draait.
5. Zet het extra handvat (3) afwisselend
op F en R en druk lichtjes op de aan-/
uitknop (5) (lage snelheid).
6. Controleer regelmatig of de reinigings-
spiraal (1) uit de pijp getrokken kan
worden.
Instructies
Bij draairichting linksom L is de richtings-
indicatie (2) omgekeerd als bij de draai-
richting rechtsom R (zie Extra handvat (3),
Pag. 68).
Reinigingsspiraal (1) intrekken
Instructies
Trek de reinigingsspiraal langzaam terug
om spatten uit afvoerpijpen te voorkomen.
Procedure
1. Zet de draairichtingsschakelaar (4) op
R.
2. Zet het extra handvat (3) op R.
3. Regel de toevoersnelheid door de druk
op de aan/uit-schakelaar aan te pas-
sen (5).
4. Laat de aan/uit-schakelaar los zodra
de reinigingsspiraal is ingeschoven.
Transport
Aanwijzingen voor het transport van het
apparaat:
• Zet de draairichtingsschakelaar (4) in
de middelste stand (Inschakelblokke-
ring).
• Schakel het apparaat uit en verwijder
de accu (12). Verzeker u ervan dat alle
bewegende delen volledig tot stilstand
zijn gekomen.
• Draag het apparaat altijd aan de
handgreep (6).
Reiniging, onderhoud
en opslag
WAARSCHUWING! Gevaar voor
letsel door onbedoeld aanlopen van het
apparaat. Bescherm u bij onderhouds- en
reinigingswerkzaamheden. uit het stop-
contact. Schakel het apparaat uit en haal
de accu (12) eruit.
Laat reparatiewerkzaamheden en onder-
houd, die niet zijn beschreven in deze
handleiding, uitvoeren door een gespecia-
liseerd service-center. Gebruik uitsluitend
originele onderdelen.
Reiniging
WAARSCHUWING! Elektrische
schok! Spuit het apparaat nooit schoon
met water.
AANWIJZING! Beschadigingsgevaar.
Chemische substanties kunnen de plastie-
ken delen van het apparaat aantasten.
Gebruik geen reinigings- of oplosmidde-
len.
• Houd ventilatiesleuven, de motorbe-
huizing en grepen van het apparaat
schoon. Gebruik daartoe een vochtige
doek of een borstel.
Reinigingsspiraal (1) zuiveren
1. Neem de accu (12) uit het apparaat.
2. Zet het extra handvat (3) op C.
3. Trek de reiningingsspiraal (1) lang-
zaam uit de trommel (8).
4. Gebruik een schone doek en warm
zeepsop om de reinigingsspiraal
schoon te maken.
NL
BE
71