NL
BE
2. Kies met de draairichtingsschakelaar
(4) een draairichting.
3. Druk en houd de aan-/uitschakelaar in-
gedrukt (5).
De led-werklamp (10) licht op.
Uitschakelen
1. Laat de aan-/uitschakelaar (5) los.
2. Wacht tot het elektrische werktuig tot
stilstand is gekomen alvorens het weg
te leggen.
3. Tijdens werkpauzes: Zet de draairich-
tingsschakelaar (4) in het midden. De-
ze voorzorgsmaatregel voorkomt een
onverwachte, ongewenste start van het
elektrische gereedschap.
4. Verwijder de accu (12) uit het appa-
raat, als u het apparaat onbeheerd
achterlaat of klaar bent met het werk.
Reinigingsprocedure
Verstopte pijp bewerken
Gebruik rechtsom draaien om een verstop-
ping te verwijderen. De reinigingsspiraal
wordt als een kurkentrekker in de verstop-
ping gedraaid en komt eraan vast te zit-
ten. Verstoppingen die niet aan de reini-
gingsspiraal blijven kleven, worden door
de rotatie van de reinigingsspiraal losge-
maakt van de pijp.
Instructies
Juiste afstand tot de pijpopening:
• Houd het apparaat zo ver weg van de
pijpopening dat u tijdens het gebruik
de reinigingsspiraal (1) kunt zien.
• Maximale afstand: 15 cm
• Als de afstand groter is, kan de reini-
gingsspiraal wiebelen of klitten.
Procedure
1. Zet de draairichtingsschakelaar (4) op
R.
2. Stel het extra handvat (3) op F.
3. Druk op de aan-/uitknop (5).
70
4. Toerental traploos regelen: Hoe verder
u de aan/uit-schakelaar (5) induwt,
des te hoger is het toerental/draaimo-
ment.
5. Laat de reinigingsspiraal (1) zo ver uit-
rijden dat deze in de pijpopening kan
worden gestoken.
6. Laat de aan-/uitschakelaar (5) los.
7. Leid de reinigngsspiraal (1) in de pijp-
opening.
8. Druk nogmaals op de aan-/uitknop (5)
om de reinigingsspiraal (1) in de pijp
verder uit te rijden.
9. Verwijder de verstopping door de rei-
nigingsspiraal herhaaldelijk in en uit te
rijden (1). Voor het inrijden zet u het
extra handvat (3) op R.
10. Herhaal het proces totdat de pijp hele-
maal vrij is.
11. Als de verstopping verwijderd is, rijdt u
de reinigingsspiraal (1) terug in.
12. Laat de aan-/uitschakelaar (5) los.
13. Spoel de afvalwaterpijp door met vol-
doende water.
Hardnekkige verstoppingen
WAARSCHUWING! Gevaar voor
verwondingen! De reinigingsspiraal kan
verdraaien of breken. Forceer de reini-
gingsspiraal niet in een verstopte pijp.
Procedure
• Als een hardnekkige verstopping de
reingingsspiraal (1) belet verder vooruit
te komen:
1. Trek de reinigingsspiraal (1) een klein
beetje terug.
2. Schuif de reinigingsspiraal (1) vervol-
gens weer voorwaarts.
Hierdoor kan de reinigingsspiraal door
een bocht in de pijp of een gebogen hoek
worden geleid.
• Als de verstopping aanhoudt: