3
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
Door dit veiligheidssymbool worden belangrijke
veiligheidsmeldingen in deze handleiding
aangegeven. Wanneer u dit symbool ziet, moet u
alert zijn op mogelijk letsel. Altijd de melding goed
lezen en andere bedieners op de hoogte brengen.
Veiligheidsinspectie
•
Niet onder de machine reiken of zich daar
begeven als deze is opgekrikt en onvoldoende
ondersteund is. De machine moet op de
plaatsen waar het symbool van de krik staat
afgebeeld, ondersteund worden.
•
De maaier mag alleen worden vervoerd in een
container of op een aanhanger.
•
Controleer de aandraaimomenten van de bout
op regelmatige tijdstippen. De eerste controle
moet na 8 bedrijfsuren worden uitgevoerd. Let
op de bevestiging van het maaimes en het
juiste aandraaimoment van de bout. Gebruik
een momentsleutel en een vastgesteld
aandraaimoment. Zie 7.13.
•
De bevestigingsflens van het mes of de
bouten mogen geen tekenen van slijtage of
schade vertonen. De bouten moeten compleet
zijn. Het mes moet onbeschadigd, gelijkmatig
afgesleten en voldoende scherp zijn.
•
Als u met de machine het werkgebied uit rijdt,
moet u altijd de maaimessen uitschakelen en
de maximum maaihoogte instellen, anders
kan het mes beschadigd raken.
•
Het product schoon houden na gebruik. Geen
benzine of gelijksoortige olieproducten voor
het schoonmaken gebruiken.
•
Niet met uw handen of voeten in de ruimte
onder de maaier reiken. Niet onder de
motorkap of in het tandwielmechanisme
reiken.
•
Als u gedwongen bent onder de machine te
reiken, wacht dan tot alle roterende
onderdelen zijn gestopt. Let op, het duurt
even voordat de messen zijn gestopt! De
uitlooptijd hangt af van de conditie en slijtage
van de rem/koppeling. De rem regelmatig bij
een bevoegde serviceafdeling laten
controleren.
•
Tijdens de werkzaamheden stevige, gesloten
schoenen en werkkleding dragen. Geen losse
kleding die in de machine terecht kan komen,
korte broeken of lichte schoenen dragen.
•
Het is streng verboden voor de bediener losse
kleding te dragen
•
Een risicobeoordeling ter plaatse moet de
noodzaak tot gezichtsbescherming bepalen.
VEILIGHEID, BEDIENING & ONDERHOUDSHANDLEIDING
•
•
•
•
•
•
Bedieningsomgeving
•
•
•
•
•
•
De machine niet na het drinken van alcohol of
na het gebruiken van versuffende medicijnen
bedienen.
Zorg dat het maaimechanisme is
uitgeschakeld voordat u de motor start. Als de
messenschakelaar in de AAN-stand staat,
kan de machine niet worden gestart. Tijdens
het starten van het maaimechanisme moet u
voldoende ver staan om beschermd te zijn
tegen vliegende objecten uit de maaier en om
te zorgen dat u de maaier op tijd in geval van
nood kunt stoppen. Zich niet binnen het pad
van de maaier bevinden.
Tijdens het bedienen van de maaier moet u
ervoor zorgen dat de afstand tussen u en de
maaier duidelijk zichtbaar is wat betreft de
afstandsbediening en dat u duidelijk
gevaarlijke situaties kunt herkennen en daar
juist op kunt reageren. Het maximum bereik
van de afstandsbediening niet misbruiken.
Tijdens het gebruik van de maaier alle
algemene veiligheidsinstructies opvolgen.
Werk met de maaier mag alleen gestart
worden als de maaier niet beschadigd is door
eerdere bediening.
De motorinstelling, in het bijzonder de
snelheidsregelaar van de motor, niet wijzigen.
De uitlaat niet aanpassen.
De machine mag alleen gebruikt worden door
personen van 18 jaar en ouder, die kennis
hebben genomen van de machine en de
handleiding. De radiobesturing (hierna
genoemd "AB") wordt gezien als een
onderdeel van de machine.
De handleiding moet opgeborgen worden op
een plaats die te allen tijde toegankelijk en
beschikbaar is voor de bediener.
Kinderen en onbevoegde personen mogen het
product niet gebruiken.
Voordat de machine bediend wordt, moet u
bekend zijn met alle symbolen van de
besturing en alle indicaties gebruikt op de
maaier en de AB.
Schenk speciale aandacht aan het stoppen
en uitzetten van de motor en aan het
noodstoppen van de maaier.
Voordat de maaier op een helling gebruikt
wordt, moet u uw maaierbesturingsv-
aardigheden testen en oefenen op een egale
en vlakke ondergrond die voldoende vrij en
ruim is. Leer hoe u de beweging op een
oppervlak onder controle kunt krijgen en hoe u
rondom struiken, bomen en andere
terreinelementen en obstakels moet maaien.
NL-7