11
ONDERHOUD EN SMERING
11.15 MAAIMESSEN
•
Controleer de conditie van het maaimes.
•
Het mes:
•
Mag geen tekenen van schade vertonen,
zoals gedraaide, gebogen of vervormde
onderdelen van het mes.
•
Moet correct door de flens in het midden
van het mes zijn bevestigd.
•
Moet scherp zijn.
•
De bevestigingsbouten van de flens mogen
•
Voor het juist en betrouwbaar functioneren
is het mes statisch en dynamisch door de
fabrikant uitgebalanceerd. Deze balans
moet worden gehandhaafd tijdens het
gebruik van het mes.
•
Het mes moet statisch na elke slijpbeurt
worden uitgebalanceerd.
•
Om het mes aan te draaien, moet u een
momentsleutel gebruiken en instellen op
een aandraaimoment van 60 Nm.
Als het mes is beschadigd, is het verboden om:
•
Het recht te buigen.
•
Het te verhitten.
•
Het te lassen.
•
Het te vergroten of anderszins zijn
constructie te veranderen.
•
Beschadigde messen moeten onmiddellijk
met originele reserveonderdelen vervangen
worden.
De volgende regels bij het vervangen van
versleten onderdelen opvolgen:
•
Het mes mag alleen geslepen worden
binnen de toegestane slijtagegrens. Het
uitbalanceren moet na het slijpen
uitgevoerd worden.
•
Het mes kan niet opgeknapt worden.
•
Bij het vervangen van het mes nieuwe
bevestigingsbouten gebruiken als de
huidige tekenen van schade vertonen. Er
mogen alleen zeer sterke stalen M10
bouten voor dit doel gebruikt worden. Het
is streng verboden normale staalbouten te
gebruiken.
•
Als het maaimechanisme trilt als hij wordt
ingeschakeld, mag u met maaien niet
voortzetten, maar moet u de maaier
uitschakelen en contact met uw lokale
dealer opnemen.
VEILIGHEID, BEDIENING & ONDERHOUDSHANDLEIDING
•
De maaimessen vervangen
•
•
•
•
•
•
•
•
•
Gebruik voor het vastdraaien van de bouten
de aandraaimomentlijst in het schema aan
het einde van dit hoofdstuk (zie 11.19).
Hef het maaiapparaat in de vervoerpositie
Stop de motor, schakel de radiobesturing
uit en druk op de noodknop op de maaier
zelf. Ontkoppel de accu.
Zet de wielen aan een kant van de maaier
vast om schokbewegingen te voorkomen.
Til de andere kant ongeveer 40 cm op.
Opkrikken aan de uitlaatkant van de
maaier om te voorkomen dat olie in het
luchtfilter komt.
Zet de opgetilde kant vast door hem te
ondersteunen.
Gebruik handschoenen bij het vervangen
van het mes
Maak de vier bevestigingsbouten aan de
flens van het mes los. Verwijder de bouten
en de flens.
Wees voorzichtig bij het verwijderen van de
laatste bout, het mes kan op de grond
vallen.
Maak het mes weer vast nadat het is
vervangen, door de procedure in
omgekeerde volgorde uit te voeren.
Controleer na het bevestigen van het mes
de stevigheid. Wees bij de eerste keer na
de vervanging zeer voorzichtig met het
aanschakelen van het maaimechanisme.
Controleer op onbekende geluiden,
trillingen enz.
OPMERKING:
Als u de maaier naar een kant moet
optillen, is de maximale hoek 45-50
graden. Altijd opkrikken aan de
uitlaatkant van de maaier om te
voorkomen dat olie in het luchtfilter
komt. Let op oliespatten.
NL-41