b) Zender
• Gebruik voor de zender ofwel batterijen ofwel accu´s.
• Vervang steeds de hele reeks batterijen/accu's in de ontvanger en zender.
• Bij gebruik van accu's in de zender neemt de bedrijfsduur door de lagere spanning (nominale spanning batterij =
1,5 V; accu = 1,2 V) af.
Als u toch accu's wilt gebruiken, raden wij u aan om NiMH-accu's met lage zelfontlading te gebruiken.
• Als u het product langere tijd niet gebruikt (bv. als u het opbergt), moet u de in de zender geplaatste batterijen/accu´s
verwijderen om beschadigingen door lekkende batterijen/accu´s te voorkomen.
c) Voertuig
• Gebruik voor het voertuig uitsluitend twee Li-Ionaccu's van het type "17500" (nominale spanning telkens 3,7 V).
Plaats nooit andere accu's of batterijen in het voertuig.
• Als u het product langere tijd niet gebruikt (b.v. als u het opbergt), moet u de in het voertuig geplaatste accu's ver-
wijderen om beschadigingen door lekkende accu's te voorkomen.
• Plaats nooit andere accu's met een verschillende laadtoestand in het voertuig. Bij gebruik van het voertuig kan het
anders tot diepontlading van een accu komen, waardoor deze permanent beschadigd raakt
• Gebruik altijd twee identieke Li-Ionaccu's voor het voertuig (dezelfde fabrikant, hetzelfde type, dezelfde capaciteit).
• Laad beide meegeleverde Li-Ionaccu's uitsluitend via het meegeleverde laadapparaat op. Gebruik nooit een ander
laadapparaat. Dit kan tot brand of explosie van de Li-Ionaccu's leiden.
83