!
AANDACHTSPUNTEN
a) Gebruik het autostoeltje niet zonder basis voordat het kind
een lengte van 100 cm heeft bereikt!
b) Het autostoeltje moet tegen de rijrichting in worden geïn-
stalleerd tot de leeftijd van 15 maanden.
c) Het is verplicht om de maximale ligstand te gebruiken voor
kinderen met lengte tot 75 cm
d) De installatie moet plaatsvinden op stoelen met Isofix-systeem.
e) Het kind mag niet meer dan 17,5 kg wegen.
f ) Tijdens de installatie met het Isofix-systeem mag de veiligheids-
gordel van het voertuig niet achter het autostoeltje worden
vastgemaakt, want dat kan het opblaasbare gedeelte van de
gordel activeren.
g) Tot 60 cm is het gebruik van het verkleinkussen (inbegrepen
in het pakket of apart verkrijgbaar) verplicht. Vanaf 61 cm is
de verkleiner niet meer nodig.
2. 76-105 cm >15 maanden (max. 17,5 kg) "i-Size" ISOFIX uni-
verseel integraal, in de rijrichting (Integral Universal ISOFIX
"i-Size"): installatie met Full 360 i-Size base en steunpoot (zie
afbeelding 19 t/m 23)
!
AANDACHTSPUNTEN
a) Gebruik het autostoeltje niet zonder basis voordat het kind
een lengte van 100 cm heeft bereikt!
b) Vanaf 15 maanden/76 cm kan het autostoeltje in de rijrich-
ting worden geïnstalleerd.
c) De installatie moet plaatsvinden op stoelen met Isofix-sys-
teem.
d) Het kind mag niet meer dan 17,5 kg wegen.
e) Tijdens de installatie met het Isofix-systeem mag de veilig-
heidsgordel van het voertuig niet achter het autostoeltje
worden vastgemaakt, want dat kan het opblaasbare gedeel-
te van de gordel activeren.
3. Wijziging van de configuratie van "i-Size" ISOFIX universeel inte-
graal naar "i-SIZE Booster Seat" (zie afbeelding 24 t/m 34)
4a. 100-150 cm i-SIZE Booster Seat: installatie met vaste kop-
pelstukken en driepuntsgordel van de auto (zie afbeel-
ding 35 t/m 47)
!
AANDACHTSPUNTEN
a) Het autostoeltje mag alleen zonder basis worden gebruikt!
b) De autostoel moet zijn uitgerust met een vaste of oprolbare
driepuntsgordel, die goedgekeurd is volgens de UN/ECE 16
of andere gelijkwaardige standaarden (Fig. 35).
c) Het autostoeltje kan worden geïnstalleerd op de zetel vooraan
aan de passagierszijde of op eender welke van de achterste zetels
en het moet altijd in de rijrichting worden aangebracht. Gebruik
dit autostoeltje nooit op zittingen die zijdelings staan of tegen de
rijrichting in (Fig. 37).
d) Installeer het autostoeltje nooit met de tweepuntsgordel
van de auto (Fig. 36).
e) Zorg ervoor dat het deel van de autogordel dat over de buik
loopt, goed op het bekken van het kind rust.
f ) Bij gebruik in voertuigen die op de achterbank zijn uitge-
rust met veiligheidsgordels met ingebouwde airbags (op-
blaasbare gordels), kan het contact tussen het opblaasbare
gedeelte van de voertuiggordel het kinderzitje leiden tot
ernstig letsel of de dood. volg de gebruikshandleiding van
de fabrikant van de auto bij gebruik van het autostoeltje in
115