Installatie - Pentair JUNG PUMPEN MULTISTREAM 150/4 C3 Instructions De Service

NEDERLANDS
hoogte die hoger ligt dan de waarde
aangegeven op het typeplaatje, zal het
stroomverbruik stijgt en de motor over-
belast raken.
Voor driefasige pompen in speciaal ont-
werp voor frequentieregelaar is het type
motor met een extra "K" op het typepla-
tje gekenmerkt (bijvoorbeeld D90-2 / 75
CK). Bovendien hebben deze pompen
een sticker aan het uiteinde die verwijst
naar de operationele manier met een
frequentieomvormer.
Deze motoren zijn voorzien
PTC-weerstanden als winding isolatie.
Op de klemmen 40 en 41 van de winding
isolatie kan geen spanning > 2,5 volt
worden toegepast! Voor explosieveilige
pompen is bovendien ook een gekeurde
trigger unit noodzakelijk die rekening
houdt met de eisen van het EU-type on-
derzoek.
Draairichting
Voor de installatie moet de draairich-
ting worden gecontroleerd! Met de juis-
te draairichting is de startstroom is in
strijd met de richtingspijl op het motor-
huis. Lawaai tijdens het bedrijf of on-
voldoende pompcapaciteit van de reeds
ingebouwde pomp wijzen ook op ver-
keerde richting. Bij de verkeerde draai-
richting moeten 2 fasen van de toevoer
gewisseld worden.
De startstroom kan met grote
kracht worden uitgevoerd.
Equipotentiaal
Volgens EN 60079-14 en EN 1127-1
moet een bijkomende potentiële bon-
ding in gevaarlijke gebieden worden ge-
installeerd in apparatuur met bescher-
mende geleiders in TN/TT-netwerk.
Dimensionering bijvoorbeeld in Duits-
land, VDE 0100 deel 540.
Voor beton en kunststof kokers van
JUNG PUMPEN in de explosiezone 1 en
2 zijn geen extra lokale potentiaalver-
effeningen noodzakelijk (Advies van de
TÜV Nord, 03.2008).
Uitzondering: Bij geleidende onderde-
len zoals een kabelbescherming van
ribbelbuis of een metalen drukleiding
van buitenaf op de asverbinding. In
dit geval is een elektrisch geleiden-
de verbinding met de behuizing van de
pomp(n) tot stand te brengen. Omwille
van corrosiebescherming moet voor de
aansluiting roestvrij staal gebruikt wor-
den.
Explosieveilige pompen
daarom over de mogelijkheid om aan-
20
gesloten te worden op de kabeldoor-
voer.

INSTALLATIE

ATTENTIE! Voor het installeren van de
pomp moeten de 4 plastic pootjes los-
geschroefd worden van het pomphuis.
De pomp moet volgens de voorbeelden
worden geïnstalleerd. Bij installaties
volgens EN 12056-4 moet de druklei-
van
ding tot boven het plaatsselijk vastge-
legte terugstroomniveau worden gelei-
det en met een terugslagklep beveiligd
worden.
Voorbeeldinstallatie met doorvoerbuis
Montage: De koppeling stevig op de
bodem van de verzamelbuis pinnen en
dan de doorvoerbuis monteren. Daarna
moeten de drukleiding inclusief de be-
nodigde onderdelen zoals de terugslag-
klep en afsluiter ingebouwd worden.
Tot slot moet de pomp met de ge-
schroefde klauwkoppeling op de door-
voerbuizen gezet worden en met een
ketting, die aan de sluiting aangesloten
is, naar beneden gelaten worden.
In de schachtopening moet op de pas-
sende hoogte een bevestigingsmoge-
lijkheid voorzien worden voor een takel.
De niveaumeting kan via verschillende
systemen worden uitgevoerd. Bijzonde-
re kenmerken en eisen vindt u terug in
de betreffende handleiding.
Volgens de wet- en regelgevin-
gen voor explosiebescherming
mogen JUNG Ex pompen nooit
drooglopen of in slurpbedrijf. De pomp
moet ten laatste uitschakelen wanneer
het waterpeil de bovenste rand van het
pomphuis (x in de tekening) bereikt.
Deze uitschakeling moet gebeuren via
een apart circuit. Droogloop is toege-
beschikken
staan voor onderhoud en inspectie
doeleinden en dit uitsluitend buiten de
gevarenzone.
Bij langere drukleidingen moet een
overeenkomstige, grotere doorsnede
van de buis gekozen worden om wrij-
vingsverliezen te vermijden.
Drukleiding vorstbestendig verplaat-
sen! Het putdeksel moet worden be-
paald op basis van het doel en moet de
vereiste belasting aankunnen.
Indien nodig kan het pomphuis wor-
den ontlucht door het losdraaien van
de borgschroef "LUFT". Als accessoire
kan een geschikte irrigatiebuis gebruikt
worden om deposito's en drijflagen in
de schacht zoveel mogelijk te beperken.
Bij een defecte pomp kan een deel van
de vulling van de oliekamer ontsnappen
in de verpompte vloeistof.
Niet Ex-pompen. Indien een slang
wordt gebruikt als persleiding moet er-
voor worden gezorgd dat deze volledig
geleegd is bij elk pompproces vóór de
onderdompeling van de pomp. Eventu-
eel resterende restvloeistof voorkomt
het ventileren van het pomphuis en dus
ook het transporteren.
Deze situatie kan zich ook voordoen
als de pomp droog pompen valt, dieper
dan in de getoonde installatie tekening
afpompt of tijdens het dagelijks proef-
draaien in de slurpabsorptie modus
komt.
In deze gevallen moet het pomphuis
worden ontlucht door het losdraaien
van de borgschroef "LUFT".
ONDERHOUD
Wij raden het onderhoud volgens EN
12056-4 en EN 60079-19 aan.
Om een consistente operationele veilig-
heid van het systeem te garanderen, ra-
den wij u aan een onderhoudscontract
af te sluiten.
Voor elk bedrijf: De pompe en
sturingen uit de stekker uit het
stopcontact trekken en ervoor
zorgen dat het door andere personen
niet opnieuw onder spanning kan wor-
den gezet.
De rubberen slang op mecha-
nische en chemische schade
controleren. Beschadigde of
geknikte kabels moeten worden vervan-
gen.
Bij gebruik van een ketting voor
het optillen van de pomp dient