13.3 Media-instellingen
Er kunnen 5 media-instellingen in de videoserver opgeslagen worden.
„Medianaam" Ondubbelzinnige naam voor het medium.
Er bestaan 4 verschillende mediatypes:
Momentopname (bestandsformaat JPEG)
Videoclip (bestandsformaat MP4)
Logbestand (bestandsformaat TXT)
Gebruikersgedefinieerde mededeling (bestandsformaat TXT)
Elk aangelegd medium mag alleen met een gebeurtenis verbonden worden.
Een dubbele bezetting van een medium heeft een incorrecte werking van de videoserver
tot gevolg.
Wilt u voor twee gebeurtenissen hetzelfde mediatype gebruiken, dan moeten voordien ook
twee afzonderlijke mediatypes aangelegd zijn.
Momentopname
„Bron" De opname kan van videostream 1 – 4 gebeuren
„Zend vooralarmbeelden" Aantal momentopnames voor een gebeurtenis
„Zend na-alarmbeelden" Aantal momentopnames na een gebeurtenis
1
2
Vooralarmbeelden
„Bestandsnaamaanvulling" Voer hier een benaming in die vóór de bestandsnaam voor de momentopname
geplaatst wordt.
„Datum en tijd aan bestandsnaam hangen" Met deze optie wordt de opgenomen momentopname van
de datum en de tijd voorzien om de bestandsnamen van de momentopnames ofwel in het sequentiële
of gebeurtenisgestuurde bedrijf makkelijk van elkaar te kunnen onderscheiden. Bijvoorbeeld betekent
„video@20030102_030405.jpg" dat het JPEG-beeld op 2 januari 2003 om 3 uur, 4 minuten en 5 seconden
opgenomen werd. Werd deze suffix weggelaten, dan wordt het bestand met de benaming „video.jpg" bij de
externe ftp-server na het opgegeven tijdsinterval geactualiseerd
3
4
5
6
Na-alarmbeelden
Activering
7
9
8
214
Nederlands