Voor de installateur
De installatie dient te beschikken over een schakelaar met
■
een contactopening van minstens 3 mm. Bij aansluiting met
een stekker is dit niet noodzakelijk wanneer de stekker voor
de gebruiker toegankelijk is.
Elektrische veiligheid: het fornuis is een apparaat van
■
veiligheidsklasse I en mag alleen met een geaarde
aansluiting worden gebruikt.
Voor de aansluiting van het apparaat dient een kabel van het
■
type H 05 VV-F of gelijkwaardig te worden gebruikt.
Fornuis met de waterpas horizontaal plaatsen
Zet het fornuis direct op de vloer.
Ovenlade eruit trekken en er naar boven uittillen.
1.
Aan de onderkant bevinden zich binnenin voor en achter
stelvoeten.
De stelvoeten zo nodig met een zeskantsleutel omhoog of
2.
omlaag draaien, tot het fornuis waterpas staat (Afbeelding A).
Uw nieuwe fornuis
Hier maakt u kennis met uw nieuwe fornuis. Wij leggen u de
werking van het bedieningspaneel, de kookplaat en de
afzonderlijke bedieningselementen uit. U krijgt informatie over
de binnenruimte en de toebehoren.
Algemeen
De uitvoering hangt van het type apparaat af.
Toelichting
1
Kookplaat
2
Kookzoneschakelaars
3
Functie- en temperatuurkeuzeknop
4
Koeling van het apparaat
5
Ovendeur
6
Schuiflade
Kookplaat
Hier krijgt u een overzicht van het bedieningspaneel. De
uitvoering hangt van het type apparaat af.
46
Ovenlade weer inschuiven (Afbeelding B).
3.
Bevestiging aan de wand
Om te voorkomen dat het fornuis kantelt, dient u het met de
meegeleverde haak aan de wand te bevestigen. Neem het
montagevoorschrift voor bevestiging aan de wand in acht.
Toelichting
1
Kookzone 18 cm
2
Kookzone 14,5 cm
3
Kookzone 14,5 cm
4
Kookzone 18 cm
5
Restwarmte-indicatie
Kookzoneknoppen
Met de vier kookzoneknoppen stelt u het
verwarmingsvermogen van de afzonderlijke kookzones in.
Stand
Nulstand
ý
1-9 Kookstanden
Wanneer u een kookzone inschakelt, brandt het
indicatielampje.
Betekenis
De kookzone is uitgeschakeld.
1 = laagste stand
9 = hoogste stand