5.7 Aangesloten apparatuur
Neem tevens de veiligheids- en gebruiksinstructies van andere apparaten die op het
apparaat zijn aangesloten in acht.
6 Productoverzicht
8
1
40 m /1 35 ft
2
LAS ER
3
4
FU NC
5
1 Klepje oplaadingang
vergrendeling
8 Display
2
Units / Referentiepunt
knop
a Afstand / Real-time
3
Aan/Uit/Modus-knop
b Indicatie activering
4
Functieknop
FUNC
5 Laserstraaluitgang
c Indicator voor
6 Rolmaat
7 Rolmaat met
7 Gebruik van de rolmaat
1. Houd de
meetknop 5 seconden ingedrukt totdat het scherm en de laser zijn
uitgeschakeld.
2. Trek het meetlint uit om te beginnen met meten.
3. Druk de duimvergrendeling naar beneden om het meetlint vast te zetten als dat nodig is.
4. Rol het meetlint na gebruik langzaam en gecontroleerd weer naar binnen. Gebruik de
duimvergrendeling om de snelheid van het intrekken te regelen, en leid het meetlint met de
andere hand terwijl het wordt ingetrokken. Houd uw vingers uit de buurt van de randen van
het metalen meetlint om snijwonden te voorkomen.
8 De accu opladen
Laad de ingebouwde accu volledig op voor het eerste gebruik of wanneer het display een leeg
accupictogram toont. De oplaadduur bedraagt ca. 2-3 uur.
1. Open het klepje van de oplaadingang door het lipje voorzichtig op te tillen, zoals afgebeeld.
Het klepje is permanent aan het apparaat bevestigd. Verwijder het niet.
2. Sluit de USB-oplaadkabel (meegeleverd) aan op de USB-C
3. Sluit het andere uiteinde van de oplaadkabel aan op een USB-stroomadapter. Laad de accu
niet op via een USB-poort op uw computer, omdat de stroomtoevoer dan onvoldoende is.
Het display toont de laadanimatie terwijl de accu wordt opgeladen, en toont een vol
Æ
accupictogram wanneer het opladen voltooid is.
4. Zodra de accu volledig is opgeladen, koppelt u de oplaadkabel los en sluit u het klepje van
de USB-C
-oplaadingang.
®
9 Het apparaat aan-/uitzetten
WAARSCHUWING: Kijk niet direct in de laserstraal en projecteer de
laserstraal niet direct in de ogen van anderen. Ernstig oogletsel kan het
gevolg zijn.
Om het apparaat aan te zetten, drukt u op de
aan.
Om het apparaat uit te schakelen, houdt u de
het scherm en de laser uitschakelen.
Opmerking:
– De laser schakelt automatisch uit na 30 seconden inactiviteit.
– Het apparaat schakelt automatisch uit na 2 minuten inactiviteit om de accu te sparen.
– Als de laser automatisch uitschakelt tijdens een korte pauze, druk dan op de
meetknop om de laser te activeren, en druk daarna nogmaals op de knop om de meting
uit te voeren.
d
c
b
a
7
f
6
g
d Oppervlakte / Volume /
2-punt Pythagoras /
3-punt Pythagoras
pictogram
meting pictogram
e Accupictogram
f Tweede regel (meting)
laser
g Hoofdregel (meting /
resultaat)
referentiepunt
h Eenheid van meting
ingang van het apparaat.
®
meetknop. Het display en de laser gaan
meetknop 5 seconden ingedrukt totdat
10 De instellingen aanpassen
10.1 De meeteenheid instellen
Houd de
eenhedenknop 3 seconden ingedrukt om de gewenste maateenheid (m / ' " /
in / ft ) te selecteren.
De maateenheid kan ook na het uitvoeren van metingen worden gewijzigd.
e
10.2 Het laserreferentiepunt instellen
Het referentiepunt van de laser is standaard ingesteld om vanaf de achterkant van het apparaat
te meten.
h
Wanneer u het referentiepunt vanaf de achterkant gebruikt, plaatst u de achterkant van het
apparaat tegen het startpunt van de meting (bijv. een muur).
Gebruik de
meten vanaf de voor- of achterzijde van het apparaat.
11 De lasermeting gebruiken
VOORWAARDEN:
De accu is voldoende geladen.
D
Referentiepunt en de meeteenheid zijn ingesteld.
D
11.1 Afstand meetmodus
Gebruik deze modus om afzonderlijke afstanden te meten.
1. Druk op de
2. Richt de laser op het doeloppervlak en druk op de
De gemeten afstand verschijnt op het display.
Æ
3. Om een andere afstand te meten, drukt u op de
drukt u nogmaals op de knop om de meting uit te voeren.
11.2 Real-time meetmodus
De real-time meetmodus geeft onmiddellijk de afstand weer terwijl u de laser op verschillende
punten op het doeloppervlak richt, of de laser dichter bij of verder van het doeloppervlak
beweegt.
1. Druk op de
meetknop 3 seconden ingedrukt om de real-time meetmodus te activeren.
2. Houd de
3. Richt de real-time laser op het eerste richtmerk en druk op de
op te slaan.
De gemeten afstand verschijnt op het display.
Æ
4. Om een andere afstand te meten, houdt u de
real-time laser te activeren. Druk nogmaals op de knop om de afstand op te slaan.
5. Druk op de
11.3 Oppervlaktefunctie
Bereken oppervlakten op basis van 2 metingen.
1. Druk op de
selecteren.
2. Richt de laser op het eerste doel en druk op de
meetknop om de afstand op te slaan.
3. Richt de laser op het tweede doel en druk op de
meetknop om de afstand op te slaan.
Het display toont het resultaat op de hoofdregel en de
Æ
laatste meting op de secundaire regel.
11.4 Volumefunctie
Bereken volumes gebaseerd op 3 metingen.
1. Druk op de
selecteren.
2. Richt de laser op het eerste doel en druk op de
meetknop om de afstand op te slaan.
3. Richt de laser op het tweede doel en druk op de
meetknop om de afstand op te slaan.
4. Richt de laser op het derde doel en druk op de
Het display toont het resultaat op de hoofdregel en de laatste meting op de secundaire
Æ
regel.
eenhedenknop om het referentiepunt van de laser om te schakelen naar
meetknop om het apparaat in te schakelen.
meetknop om het apparaat in te schakelen.
meetknop 3 seconden ingedrukt om de
meetknop om de real-time meetmodus te verlaten.
functieknop om Oppervlakte ( ) te
FUNC
functieknop om Volume (
FUNC
meetknop om de afstand op te slaan.
40m/135ft
LASER
5m
FUNC
TAPE
meetknop om de afstand te meten.
meetknop om de laser te activeren en
meetknop om de afstand
2
1
) te
3
2
1