Elektrische Aansluiting / Peilglaskoeling / Rookgaswegen; Controles Vóór De Inbedrijfstelling; Voorinstelling Gasdrukbewaker; Ionisatiestroommeting - elco VECTRON G 02.160 DUO PLUS Notice D'emploi

Montage
Elektrische aansluiting / peilglaskoeling / rookgaswegenControles
vóór de inbedrijfstellingVoorinstelling gasdrukbewaker / ionisa-
tiestroommeting
Controles vóór de inbedrijfstelling
Vóór de inbedrijfstelling moeten de
volgende punten worden gecontroleerd.
• Correcte montage van de brander
volgens de bijgeleverde handleiding.
• Correcte voorinstelling van de brander
conform opgave insteltabel.
• Instelling van het mengtoestel, juiste
sproeier moet gebruikt worden.
• De warmtebron moet klaar voor inbe-
drijfstelling gemonteerd zijn, de voors-
chriften voor de werking van de
warmtebron moeten worden opge-
volgd.
46
Het installeren van de elektra en de
aansluitwerkzaamheden worden uits-
luitend uitgevoerd door een erkend
elektricien. De voorschriften en bepa-
lingen van VDE en EVU dienen hierbij
in acht te worden genomen.
Elektrische aansluiting
• Controleren of de netspanning met de
opgegeven werkingsspanning van
230 V, 50 Hz overeenstemt.
Zekering voor de brander: 10A
Elektrische steker
Brander en verwarmer (ketel) worden
via een 7- en 4-polige steker met elkaar
verbonden. De brander moet met een
Peilglaskoeling
Het branderhuis kan met een R1/8"-
aansluiting voor de opname van een
leiding voor de peilglaskoeling van de
ketel worden voorzien.
• Hiervoor gietrand 6 doorboren en 1/8"-
schroefdraad snijden.
• Voor aansluitnippel en verbindingss-
lang accessoires art. nr. 12 056 459
gebruiken.
• Alle elektrische aansluitingen moeten
correct uitgevoerd zijn.
• Verwarmer en verwarmingssysteem
zijn voldoende met water gevuld, cir-
culatiepompen zijn in werking.
• Temperatuurregelaar, drukregelaar,
droogloopbeveiliging en andere
eventueel aanwezige beveiligende
bregrenzingsvoorzieningen moeten
correct zijn aangesloten en functione-
ren.
• Rookgaswegen moeten vrij zijn,
secundaire-luchtvoorziening, indien
aanwezig, in functie.

Voorinstelling gasdrukbewaker

• Doorzichtig deksel verwijderen.
• De gaspressostaat voorlopig op de
minimumwaarde instellen.

Ionisatiestroommeting

Voor de meting van de ionisatiestroom
meetbrug B1 verwijderen en multimeter
met een meetbereik van 0-100 µA aans-
luiten.
De bewakingsstroom moet ten minste
8 µA bedragen.
04/2006 - Art. Nr. 13 020 134A
omnipolaire uitschakelinstallatie, die
conform de geldende normen is, van het
net kunnen worden gescheiden. De
diameter van de op deze steker aanges-
loten kabel moet tussen 8,3 en 11 mm
liggen.
Aansluiting gasarmatuur
Aansluiting van het gasarmatuur op de
zich op de brander bevindende stekers
(zwart op zwart, grijs op grijs) maken.
In België moet de relaiskit met
art.13013508 worden gebruikt.
Rookgasinstallatie
Om evt. geluidshinder te voorkomen,
dient bij de verbinding van de ketel aan
rookgaszijde geen gebruik te worden
gemaakt van aansluitstukken met een
rechte hoek.
• Voldoende toevoer van verse lucht
moet gewaarborgd zijn.
• Warmteafname moet aanwezig zijn.
• Brandstofopslagtanks moeten gevuld
zijn.
• Brandstofvoerende leidingen moeten
vakkundig gemonteerd en ontlucht
zijn en op lekkages gecontroleerd zijn.
• Meetplaats volgens de normen voor
de meting van rookgas moet
aanwezig zijn, rookgastraject tot en
met de meetplaats moet dicht zijn,
zodat meetresulaten niet worden
vervalst door vreemde lucht.