Montage Van De Brander - elco VECTRON G 02.160 DUO PLUS Notice D'emploi

Montage

Montage van de brander

Montage van de brander
De branderflens 3 is uitgerust met
langgaten en kan voor een gat-Ø van
150 - 180 mm worden gebruikt. Deze
maten voldoen aan EN 226.
Door verschuiven van buizensteun 2 op
de branderbuis kan de insteekdiepte
van het mengtoestel aangepast worden
aan de afmetingen van de verbran-
dingsruimte. De insteekdiepte bij het in-
en uitbouwen ongewijzigd.
Door de buizensteun 2 wordt de brander
op de aansluitflens en dus aan de ketel
bevestigd. De verbrandingsruimte wordt
hierdoor dicht afgesloten.
04/2006 - Art. Nr. 13 020 134A
Inbouwen:
Montage van het gasarmatuur
• Flensafdichting doorboren (flens als
sjabloon gebruiken) en gebogen buis
monteren.
• Draai borgschroef 7 aan.
• Aansluitflens 3 met bouten 4 aan de
ketel bevestigen
• Buizensteun 2 op branderbuis
monteren en met bout 1 bevestigen.
Bout 1 met een aantrekmoment van
max. 6 Nm vastdraaien.
• Brander enigszins draaien, in de flens
invoeren en met bout 5 bevestigen.
Uitbouwen:
• Bout 5 losdraaien
• Brander uit de bajonetsluiting draaien
en uit de flens trekken.
Inbouwdiepte van de branderbuis en
inmetselen
Bij verwarmers zonder gekoelde
voorwand is, in zoverre de ketelfabrikant
geen andere opgave doet, een
inwendige bekleding of isolatie 5, zoals
hiernaast afgebeeld, noodzakelijk. Het
inmetselen mag de voorkant van de
vlambuis niet overlappen en moet met
minimaal 60° conisch toelopen. De
luchtspleet 6 moet worden opgevuld met
een elastisch, onbrandbaar isolatiema-
teriaal.
Let op: de afvoerleiding voor
brandkamerdruk pF mag niet
verstopt raken
Bij ketels met omkeerverbranding moet
rekening gehouden worden met de
minimale insteekdiepte A van de bran-
derbuis conform opgave van de ketelfa-
brikant.
43